5.4 - Aanpassingen bij dieren (BB3)

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Thema 5 - Ecologie

Thema 5 - Ecologie

5.1 - Fotosynthese en verbranding

5.2 - Eten en gegeten worden

5.3 - Organismen en hun leefomgeving

5.4 - Aanpassingen bij dieren

5.5 - Aanpassingen bij planten

5.6 - Ecologisch onderzoek doen

5.3 - Organismen en hun omgeving

Herhaling

5.4 - Aanpassingen bij dieren

Doelen van de paragraaf

Je kunt omschrijven hoe waterdieren zijn aangepast aan hun omgeving

Je kunt omschrijven hoe landdieren zijn aangepast aan hun omgeving

Je kunt omschrijven hoe vogels zijn aangepast aan hun omgeving

Aanpassingen bij dieren

Opdracht 1

Leefomgeving

Aangepast aan leven in water:

- Kieuwen om te ademen

- Vinnen om te zwemmen

- Laagje slijm op de huid (daardoor glad)

- Gestroomlijnd lichaam (haai, pinguin, dolfijn)

Landdieren

Zwaar skelet

Stevige poten

Zoolganger

Teenganger

Topganger

Welke dieren zijn zoolgangers?

1. Mens en kameel
2. Mens en beer
3. Kameel
4. Geen van allen

De egel uit de
afbeelding is een
zoolganger.

1. Juist
2. Onjuist

Is de giraffe een zoolganger, een teenganger of een topganger?

1. Zoolganger
2. Teenganger
3. Topganger

Is de hond een zoolganger, een teenganger of een topganger?

1. Zoolganger
2. Topganger
3. Teenganger

Aanpassingen bij vogels

Vogels zijn aangepast op hun 

manier van leven

Vragen

Aan het werk

Maken:

1 t/m 7

Binnen de les klaar? 8 maken

Lezen:

5.5

Begrippen

gestroomlijnd

zoolganger

teenganger

topganger

kegelsnavel

pincetsnavel

haaksnavel

priemsnavel

zeefsnavel

Lesdoelen:

Je kunt omschrijven hoe waterdieren zijn aangepast aan hun omgeving

Je kunt omschrijven hoe landdieren zijn aangepast aan hun omgeving

Je kunt omschrijven hoe vogels zijn aangepast aan hun omgeving