Paragraaf 5.3 Quizzzzz

Th 5 Planten
§5.3 Planten voeden zich
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Th 5 Planten
§5.3 Planten voeden zich

Slide 1 - Diapositive

Ander woord voor "iets maken met licht"

Slide 2 - Carte mentale

Wat is een Fotosynthese?
A
Fotosynthese is het proces waarmee een plant voedsel en zuurstof maakt.
B
Bij Fotosynthese word koolstofdioxide omgezet in planten
C
Fotosynthese is het proces waar glucose in zuurstof en water veranderd
D
Fotosynthese is het proces waarbij planten glucose bakken

Slide 3 - Quiz

Wat heeft een plant nodig voor fotosynthese?

Slide 4 - Question de remorquage

R10
Wat maakt een plant bij  fotosynthese?

Slide 5 - Question de remorquage

De formule van fotosynthese
Wat de plant nodig heeft voor fotosynthese.
Komt vrij na de fotosynthese.
Koolstofdioxide
Water
Glucose
Licht
Zuurstof

Slide 6 - Question de remorquage

Wat is een ander woord voor mineralen?
A
stenen
B
zouten
C
vitaminen
D
suiker

Slide 7 - Quiz

Waar gebeurt de fotosynthese?
R11
Fotosynthese
1
2
3
4
5

Slide 8 - Question de remorquage

Fotosynthese vind plaats:
A
overdag
B
's nachts
C
overdag en 's nachts

Slide 9 - Quiz

Glucose is
A
een energie-arme voedingsstof
B
een energie-rijke voedingsstof

Slide 10 - Quiz

Glucose wordt deels gebruikt door de plant zelf
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

De rest van de glucose gaat via de ................... naar andere delen van de plant.
A
houtvaten
B
huidmondjes
C
wortelharen
D
bastvaten

Slide 12 - Quiz

Glucose wordt omgezet in
A
zetmeel, vetten, eiwitten, vitaminen
B
suiker, vetten, mineralen
C
mineralen, vitaminen
D
zuurstof

Slide 13 - Quiz

Om eiwitten te maken gebruikt de plant;
A
water
B
mineralen
C
zonlicht
D
koolstofdioxide

Slide 14 - Quiz

Voortplanting door middel van bevruchting
voortplanting door middel van bollen
voortplanting door middel van knollen

Slide 15 - Question de remorquage

In een pinda zitten veel
A
eiwitten
B
vetten
C
water

Slide 16 - Quiz