Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
LES 1 - HAVO - Kaartvaardigheden
OPDRACHTEN
Slide 1 - Diapositive
Waar ga je zoeken als je de kaart van Azië wil hebben?
Slide 2 - Question ouverte
Waar ga je zoeken als je de vulkaan 'Mount Rainier' zoekt?
Slide 3 - Question ouverte
Zoek de stad Riga op. Op welke blz. vind je Riga?
Slide 4 - Question ouverte
Waar ga je zoeken als je de kaart van 'Nederland - Aardolie en aardgas' wil hebben?
Slide 5 - Question ouverte
Zoek de 'Azië-landschappen' op. Op welke kaart staat India-Himalaya?
A
B
B
D
C
C
D
E
Slide 6 - Quiz
Waar ga je zoeken als je de kaart van 'Europa - Personenauto's' wil hebben?
Slide 7 - Question ouverte
Pak een atlas. Zoek de stad Groningen op. Op welke blz. vind je Groningen?
Slide 8 - Question ouverte
Zoek de 'Australië en Nieuw Zeeland'. Op welke kaart staan 'Natuurlijke hulpbronnen'?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 9 - Quiz
Waar ga je zoeken als je de kaart van 'Frankrijk - Bevolkingsdichtheid' wil hebben?
Slide 10 - Question ouverte
A
In de Bosatlas kun je de klimaatclassificatie van Köppen vinden.
B
In de Bosatlas kun je de klimaatclassificatie van Köppen niet vinden.
Slide 11 - Quiz
Dit is een:
A
Staatkundige Overzichtskaart
B
Thematische kaart
C
Topografische kaart
D
Natuurkundige overzichtskaart
Slide 12 - Quiz
Dit is een:
A
Staatkundige Overzichtskaart
B
Thematische kaart
C
Topografische kaart
D
Natuurkundige overzichtskaart
Slide 13 - Quiz
De schaal is 1: 5.000.000. Hoeveel km is 6 cm op de kaart?
Slide 14 - Question ouverte
Dit is een:
A
Staatkundige Overzichtskaart
B
Thematische kaart
C
Topografische kaart
D
Natuurkundige overzichtskaart
Slide 15 - Quiz
Bekijk kaart 32. Wat is de titel van deze kaart?
Slide 16 - Question ouverte
Welke grondsoort komt in het noorden van de provincie Groningen het meest voor?
Slide 17 - Question ouverte
Bekijk kaart 96. In kaartvak E4 ligt de stad Brasov. Hoe hoog ligt deze stad?
Slide 18 - Question ouverte
Bekijk kaart 162B. Welke van de volgende Amerikaanse steden ligt het meest zuidelijk?
A
Denver
B
Miami
C
Washington
D
Seattle
Slide 19 - Quiz
Bekijk kaart 190/191. Welk land ligt ten oosten van Chili (kies het land dat de langste grens met Chili heeft)?
Slide 20 - Question ouverte
Blijf op kaart 175. Wat is het grootste land van Zuid-Amerika?
Slide 21 - Question ouverte
De evenaar loopt ook door Zuid-Amerika (kaart 175). Door hoeveel landen loopt de evenaar?
Slide 22 - Question ouverte
HAVO: extra lesstof
Schaalverdeling
Rekenen met schaal
Slide 23 - Diapositive
Schaalverdeling bij aardrijkskunde
In de aardrijkskunde worden verschillende schaalniveaus onderscheiden:
Het lokale schaalniveau: een klein gebied, meestal een stad of gemeente;
Het regionale schaalniveau: een groter gebied, meestal een streek of provincie;
Het nationale schaalniveau: een land;
Het continentale schaalniveau: een continent;
Het mondiale schaalniveau: de hele wereld;
Het fluviale schaalniveau: stroomgebieden van rivieren (dit schaalniveau wordt vooral gebruikt bij bijvoorbeeld vervuiling).
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Carte
Vijf schaalniveaus: zet in volgorde van groot naar klein schaalniveau.
1.
2.
3.
4.
5.
Continentaal
Mondiaal
Lokaal
Nationaal
Regionaal
Slide 26 - Question de remorquage
Bekijk kaart 213. Op welk schaalniveau is deze kaart weergegeven?
A
Regionaal
B
Nationaal
C
Internationaal
D
Mondiaal
Slide 27 - Quiz
Bekijk kaart 60A. Op welk schaalniveau is deze kaart weergegeven?
A
Lokaal
B
Regionaal
C
Nationaal
D
Internationaal
Slide 28 - Quiz
Bekijk kaart 45 B2. Op welk schaalniveau is deze kaart weergegeven?
A
Lokaal
B
Regionaal
C
Nationaal
D
Internationaal
Slide 29 - Quiz
Bekijk kaart 196A. Op welk schaalniveau is deze kaart weergegeven?
A
Regionaal
B
Nationaal
C
Internationaal
D
Mondiaal
Slide 30 - Quiz
Bekijk kaart 41 C3. Op welk schaalniveau is deze kaart weergegeven?
A
Lokaal
B
Regionaal
C
Nationaal
D
Internationaal
Slide 31 - Quiz
Absolute- en relatieve afstand
Afstand meten ken je misschien met je liniaal. Afstand meten in de aardrijkskunde gaat op twee manieren:
Absolute afstand = afstand in kilometers. Hoe ver is het van plek A naar B?
Relatieve afstand = afstand in tijd. Hoe lang doe je ergens over?
Slide 32 - Diapositive
Jens reist van Groningen naar Maastricht. Zijn auto heeft pech, dus reist hij met de trein. Over deze reis doet hij 4 uur en 12 minuten. Deze afstand is de ...
A
Absolute afstand
B
Relatieve afstand
Slide 33 - Quiz
Heenreis heeft Jens veel vertraging gehad. Daarom besluit hij de terugreis een auto te huren. De reis is 335 km, hier doet hij 3 uur en 22 minuten over. Wat is de absolute afstand?
A
335 kilometer
B
3 uur en 22 minuten
Slide 34 - Quiz
Ga naar Google Maps. Wat is de relatieve afstand wanneer je per fiets reist van Leeuwarden naar Groningen? Noteer het precies zo, zoals op Google Maps staat.