Wat moet je kennen en kunnen voor de toets van thema 2
Luisteren: nieuwsbericht, gesprekje tussen 2 Nederlanders
schrijven: zinnen dictee, zinnen maken met want, Daar, maar, Eerst, Daarna, kaartje schrijven(adres!), briefje schrijven aan de buren.
lezen:geboortekaartje lezen, menukaart lezen
grammatica: oud-ouder-oudst, meervoud, voltooid deelwoord,