2.1 Ongeslachtelijke voortplanting

2.1 ongeslachtelijke voortplanting
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

2.1 ongeslachtelijke voortplanting

Slide 1 - Diapositive

lesdoelen
Je kan uitleggen wat ongeslachtelijke voortplanting is.
Je kan voorbeelden noemen van ongeslachtelijke voortplanting.

Je kan de celcyclus beschrijven.
Je weet waar in de BINAS de celcyclus beschreven staat.

Je kunt standpunten over klonen toelichten met ethische en biologische argumenten. 



Slide 2 - Diapositive

ongeslachtelijke voortplanting


* nakomelingen ontstaan door celdeling
* nakomelingen zijn identiek aan hun voorouder

Slide 3 - Diapositive

ongeslachtelijke voortplanting


knollen          wortelstokken          uitlopers                            bollen
(stengel/wortel)                               (stengel)                            (blad)

Slide 4 - Diapositive

kunstmatig ongeslachtelijk

Slide 5 - Diapositive

kunstmatig ongeslachtelijk
stekken                        weefselkweek              klonen?!

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

In welke BINAS tabel vind je informatie over de celcyclus?

Slide 8 - Question ouverte

Noem twee redenen waarom mitose belangrijk is voor jouw lichaam.

Slide 9 - Question ouverte

Het kopiëren van DNA hoort bij de celdeling.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 10 - Quiz

Op welke manier gaat de voortplanting van eencelligen?
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Celdeling
C
Stekken

Slide 11 - Quiz

Op welk punt in de celcyclus vindt
DNA-replicatie plaats?
A
Tijdens de celdeling (mitose).
B
Tijdens de G1 (1e groei) fase.
C
Tijdens de S (synthese) fase.
D
DNA-replicatie vindt constant plaats.

Slide 12 - Quiz

Wat is het verschil tussen een biologische en een ethische reden?

Slide 13 - Question ouverte

argumenten geven 
ethisch argument 
* heeft met normen te maken, is het 'juist' om te doen?
* bijv. "Het is niet juist om het lichaam van dieren te gebruiken als voeding."

biologisch argument
* heeft met de natuur te maken, wat is het effect op het leven op de wereld?
bijv. "De bio-industrie stoot veel koolstofdioxide uit, wat bijdraagt aan de opwarming van de aarde."

Slide 14 - Diapositive

en dan nu... in stilte werken
* Werk aan je begrippenlijst van 2.1.
* Maak opgaven van 2.1. 

2.1: alle opgaven


timer
15:00

Slide 15 - Diapositive