Ik kan deze stijlfiguren herkennen en benoemen in een zin.
Slide 2 - Diapositive
Instructiefilmpje
In het volgende instructiefilmpje worden de stijlfiguren (en nog meer) uitgelegd
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Slide 5 - Diapositive
Stijlfiguren
Overdrijving: hyperbool
''Ik ga kapot'' en ''ik schaam me dood''.
Slide 6 - Diapositive
Stijlfiguren
Understatement = afzwakking
Eufemisme = 'verzachting'
Litotes = bevestiging door ontkenning tegendeel
Slide 7 - Diapositive
Eufemisme
Verzacht de werkelijkheid
Soms gebruikt men een eufemisme als iemand zich schaamt om het eigenlijke woord te zeggen.
Tussen twee banen (werkloos zijn)
De man was in zijn slaap heengegaan (overleden)
Slide 8 - Diapositive
Understatement
verzwakte mededeling/op een spottende manier
Je reageert een beetje koeltjes
Wij vonden de reorganisatie verschrikkelijk.
understatement: Wij waren niet zo blij met de reorganisatie
Je kunt niet tekenen
understatement: tekenen is niet je grootste talent
Slide 9 - Diapositive
Litotes
een stijlfiguur waarbij een begrip wordt omschreven door de ontkenning van het tegengestelde, met het doel juist een sterke bevestiging uit te drukken.
Ze vonden het heel vervelend.
understatement: Ze konden er niet om lachen.
Dat was heel goed.
understatement: Dat was niet slecht.
Slide 10 - Diapositive
ziet er naar uit dat het een beetje geregend heeft gisteravond.
Slide 11 - Diapositive
Welk woord hoort bij het eufemisme?
ongewenst bezoek
extra reistijd
de zwarte dood
laatste adem uitblazen
doodgaan
inbreker
vertraging
de pest
Slide 12 - Question de remorquage
De gele zonnebloemen maken de kamer veel gezelliger.
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 13 - Quiz
Door de regen kon je de overkant haast bijna niet meer zien.
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 14 - Quiz
Misschien dat ze er wellicht nog achter komen.
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 15 - Quiz
Deze zomer hadden wij de parasol wel nodig tegen de hete tropenzon.
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 16 - Quiz
Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
litotes
Slide 17 - Quiz
Welk stuk van de zin is de understatement? Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.
Slide 18 - Question ouverte
Bevat de volgende zin een overdrijving?
Gerard gaat dood van de honger.
A
ja
B
nee
Slide 19 - Quiz
Bevat de volgende zin een overdrijving?
Die jongens hebben een glaasje te veel op.
A
ja
B
nee
Slide 20 - Quiz
Bevat de volgende zin een overdrijving?
Jouw zusje is aan de stevige kant.
A
ja
B
nee
Slide 21 - Quiz
Na weer een complicatie deelde de arts mee dat ze 'op het ergste' voorbereid moesten zijn.
A
eufemisme
B
understatement
C
overdrijven
Slide 22 - Quiz
Dat kunnen ze nu wel zeggen, maar dat boek is zo slecht nog niet.
A
eufemisme
B
understatement
C
overdrijven
Slide 23 - Quiz
Ziet er naar uit dat het een beetje geregend heeft gisteravond.