Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Wat is een oor?
A
een cel
B
een weefsel
C
een orgaan
D
een orgaanstelsel
Slide 1 - Quiz
De huid Wat is juist?
A
A: dode cellen
B: deze cellen gaan dood
C: nieuwe cellen worden gevormd
B
A: nieuwe cellen worden gevormd
B: dode cellen
C: deze cellen gaan dood
Slide 2 - Quiz
Sleep de huid laag naar de juiste plaats
Onderhuids bindweefsel
Lederhuid
Hoornlaag
Kiemlaag
Slide 3 - Question de remorquage
1: Huidlaag met resten van dode cellen die beschermt tegen beschadiging, uitdroging en ziekteverwekkers 2: De huidlaag met levende cellen. Er worden daarin steeds nieuwe cellen gevormd
A
1: Hoornlaag
2: Lederhuid
B
1: Opperhuid
2: Kiemlaag
C
1: Kiemlaag
2: Hoornlaag
D
1: Hoornlaag
2: Kiemlaag
Slide 4 - Quiz
Hoe heet het onderdeel in je huid met de rode cirkel
A
bloedvat
B
zweetklier
C
tastzintuig
D
drukzintuig
Slide 5 - Quiz
Wat is de taak van de hoornlaag?
A
Bescherming tegen uitdrogen, beschadiging en ziekteverwekkers
B
Vorming van nieuwe cellen
C
Bevat een reserve voorraad energie
D
Bescherming tegen uitdrogen
Slide 6 - Quiz
Hoe heet dit onderdeel in je huid in de rode cirkel
A
tastzintuig
B
haarzakje
C
talgklier
D
haarvat
Slide 7 - Quiz
Hoe het het onderdeel in je huid in de rode cirkel?
A
tastzintuig
B
drukzintuig
C
zweetklier
D
talgklier
Slide 8 - Quiz
Wat is de taak van de kiemlaag?
A
Bescherming tegen uitdrogen
B
Bescherming tegen ziekteverwekkers
C
zorgt voor extra isolatie
D
opnieuw aanvullen van nieuwe cellen
Slide 9 - Quiz
Sleep de omschrijving naar de juiste plaats
Dit zintuig is gevoelig voor druk
Hier ligt vet opgeslagen
Deze klier produceert zweet
Als je het koud hebt trekt deze spier je haartjes overeind
Deze klier produceert talg
Dit zintuig is gevoelig voor lichte aanraaking
Slide 10 - Question de remorquage
De onderdelen van het oor van de hond hebben dezelfde naam als de onderdelen van het oor van de mens. Wat is de naam van onderdeel C?
A
Gehoorgang
B
Gehoorbeentjes
C
Oorschelp
D
Trommelvlies
Slide 11 - Quiz
In welk onderdeel van het oor bevinden zich de gehoorzintuigen?
A
Trommelvlies
B
Gehoorgang
C
Slakkenhuis
Slide 12 - Quiz
Welk onderdeel van het oor leidt een impuls naar de hersenen?
A
Slakkenhuis
B
Gehoorzenuw
C
Gehoorbeentjes
D
Trommelvlies
Slide 13 - Quiz
Dit onderdeel van je oor vangt geluidstrillingen op
A
oorschelp
B
oorsmeerkliertjes
C
gehoorbeentjes
D
buis van Eustachius
Slide 14 - Quiz
Het oor heeft als taak prikkels op te vangen. Wat is de prikkel voor het oor?
A
geur
B
druk
C
licht
D
geluid
Slide 15 - Quiz
Uitwendige bouw van de ogen
Slide 16 - Diapositive
Inwendige bouw van de ogen
Slide 17 - Diapositive
Bevat het vaatvlies zintuigcellen?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quiz
Wat is een oog
A
cel
B
weefsel
C
orgaan
D
organenstelsel
Slide 19 - Quiz
Traanvocht zorgt ervoor dat de ogen niet uitdrogen en spoelt kleine stofjes en prikkelende stoffen weg
A
Waar
B
Nietwaar
Slide 20 - Quiz
Welk vlies in je oog voert voedingsstoffen naar je oog?
A
Het hoornvlies.
B
het netvlies
C
het vaatvlies
Slide 21 - Quiz
Hoe wordt traanvocht naar de neusholte vervoerd?
A
het traanvocht wordt via de traanklier naar de neusholte vervoerd
B
het traanvocht wordt via de oogleden naar de neusholte vervoerd
C
het traanvocht wordt via de traanbuis naar de neusholte vervoerd