H3.1 Wat is politiek

Hoofdstuk 3: Politiek
Paragraaf 1: Wat is politiek?
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 3: Politiek
Paragraaf 1: Wat is politiek?

Slide 1 - Diapositive

Wat leer ik vandaag van mevrouw Tiemersma?
Ik kan de begrippen politiek & overheid uitleggen
Ik kan een voorbeeld van het algemeen belang noemen
Ik kan het verschil tussen een democratie en dictatuur uitleggen

Ik kan uitleggen wat voor soort democratie Nederland op dit moment heeft

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Hoe noem je mensen die in de politiek zitten?

Slide 5 - Question ouverte

Belangrijke begrippen
Politici worden geholpen door ambtenaren, dat zijn personen die werken voor de overheid.
Ambtenaren: Politie, vuilnismannen en docenten.
Overheid: Alle politici en ambtenaren samen


Slide 6 - Diapositive

De politiek bemoeit zich alleen met het algemeen belang
Dingen die over het algemeen voor veel mensen belangrijk zijn.

Slide 7 - Diapositive

Op welke 2 manieren komt de overheid aan haar geld?

Slide 8 - Question ouverte

Wat zijn de 4 kenmerken van een Maatschappelijk probleem?

Slide 9 - Question ouverte

Politici maken keuzes over dingen die ook voor jou belangrijk zijn

Slide 10 - Diapositive

De wetten en regels worden gemaakt door politici die wij zelf gekozen hebben. Daarom noem je Nederland een democratie: wanneer de inwoners invloed hebben op de politieke besluiten.

Er zijn ook landen die niet vrij zijn. Daar waar één persoon of één groep de macht heeft en alles bepaald. Dit noem je een dictatuur
Ze krijgen de macht met hulp van het leger (geweld). Zij bepalen wat de tv en radio uitzenden & vaak is sociale media verboden

Slide 11 - Diapositive

0

Slide 12 - Vidéo

2 soorten Democratie
Democratie = wanneer de inwoners invloed hebben op de politieke besluiten.
1. Directe democratie, als inwoners zelf mogen stemmen over een nieuwe wet of een lastig politiek probleem (referendum)
2. Indirecte democratie, wij kiezen volksvertegenwoordigers die namens ons de beslissingen nemen

Slide 13 - Diapositive

Lesopdracht
Maken: Paragraaf 1 van hoofdstuk 3: Politiek. Controleer je (foute) antwoorden goed en zorgvuldig.
Tijd: 20 minuten
Klaar? Lees alvast de volgende paragraaf door

Slide 14 - Diapositive