spreektaal - familie en vrienden 1

spreektaal - familie en vrienden 1
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

spreektaal - familie en vrienden 1

Slide 1 - Diapositive

Welke woorden horen bij familie en vrienden?

Slide 2 - Carte mentale

luister naar het gesprek

Slide 3 - Diapositive

Hoeveel zus(sen) heeft de vader van Simon?
A
geen
B
1
C
2
D
3

Slide 4 - Quiz

Hoe heten de opa en oma van Simon?
A
Johan en Maria
B
Julio en Maria
C
Eva en Sarah
D
Hans en Isabella

Slide 5 - Quiz

Waar wonen de opa en oma van Simon?
A
Amerika
B
Spanje
C
Nederland
D
Japan

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive


A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz


A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz


A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz


A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz


A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz


A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz


A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Luisteren naar het gesprek

Slide 15 - Diapositive

Hoe vaak hoor je het woord broer?
A
2
B
3
C
1
D
4

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

meisje
jongen
vader
moeder
broer
zwager
schoonzoon
oma
oom
nicht

Slide 18 - Question de remorquage

Geef antwoord op de vragen

Slide 19 - Diapositive

Heb jij een broer?

Slide 20 - Question ouverte

Heb je een zus?

Slide 21 - Question ouverte

samen praten
Ga samen praten over je familie.
Hoeveel zussen / broers heb je?
Wat is de naam van vader en moeder?
Heb jij veel ooms en tantes? 
Wie is je opa of oma? 

Slide 22 - Diapositive

eind opdracht
loop door de klas, vraag je klasgenoten naar familie.

Slide 23 - Diapositive

Hoe heet de broer van Simon?
A
Martin
B
Linda
C
Annet
D
Jason

Slide 24 - Quiz