9.2.1 Omtrek

Welkom
Dit leg ik op tafel:                                    
Laptop (dicht)
Etui
Map
Rekenmachine                            
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Dit leg ik op tafel:                                    
Laptop (dicht)
Etui
Map
Rekenmachine                            

Slide 1 - Diapositive

Afspraken & regels

Slide 2 - Diapositive

Vorige les

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
  1. Je legt uit wat een omtrek is.
  2. Je rekent bij getekende vlakke figuren, met rechte zijkanten, uit wat de omtrek is.
  3. Je berekent de omtrek van een cirkel.
  4. Je gebruikt het getal pi.





Slide 4 - Diapositive

Omtrek
Wat is de omtrek?
  • Als je ergens om heen loopt, die afstand is de omtrek.
  • Trek er een lijn om en je hebt de omtrek.
  • De omtrek van het vierkant hiernaast is: 5 + 5 + 5 + 5 = 20 cm

Slide 5 - Diapositive

De omtrek van deze rechthoek is .. cm
A
35
B
50
C
70
D
300

Slide 6 - Quiz

De omtrek van deze rechthoek is .. cm
A
35
B
50
C
70
D
300

Slide 7 - Quiz

Wat is de omtrek van deze rechthoek in cm?
A
11
B
22
C
24
D
Het goede antwoord staat er niet tussen

Slide 8 - Quiz

Cirkel
  • Straal
  • Diameter 
  • Omtrek
Hoe meet je de diameter?
Hoe meet je de omtrek?
Omtrek van de cirkel = pi x diameter.

Slide 9 - Diapositive

Omtrek cirkel =
A
pi x straal x straal
B
lengte x breedte
C
πstraal2
D
pi x diameter

Slide 10 - Quiz

omtrek cirkel = π x diameter


Bereken de omtrek van de cirkel

A
314 cm
B
78,5 cm
C
15,7 cm
D
31,4 cm

Slide 11 - Quiz

omtrek cirkel = π x diameter



Bereken de omtrek van de cirkel
A
28,3 cm
B
18,8 cm2
C
9,4 cm
D
18,8 cm

Slide 12 - Quiz

We gaan aan de slag!
Trede 9 -> 9.2.1 zelfstandig maken.
Na 8 min eventueel zachtjes overleggen.





Slide 13 - Diapositive

Lesdoelen
  1. Je legt uit wat een omtrek is.
  2. Je rekent bij getekende vlakke figuren, met rechte zijkanten, uit wat de omtrek is.
  3. Je berekent de omtrek van een cirkel.
  4. Je gebruikt het getal pi.

Slide 14 - Diapositive

Doelen
9.21. en 9.2.2

Slide 15 - Diapositive