Paragraaf 4 Duurzaam Produceren

Welkom bij Economie
Fijn dat jullie er weer zijn.
 * Ga lekker zitten op je plek
* Mobiel is weg deze zit in één van de vakjes van de telefoontas
* Mobiel staat op vliegtuigstand of staat uit
* Hoofdstuk 6 paragraaf 4 blz. 55
* We gaan zo beginnen ...........
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Economie
Fijn dat jullie er weer zijn.
 * Ga lekker zitten op je plek
* Mobiel is weg deze zit in één van de vakjes van de telefoontas
* Mobiel staat op vliegtuigstand of staat uit
* Hoofdstuk 6 paragraaf 4 blz. 55
* We gaan zo beginnen ...........

Slide 1 - Diapositive

Korte herhaling paragraaf 1 tot met 3

Slide 2 - Diapositive

Waardoor neemt vraag naar producten toe?
A
Door groei bevolking en inkomens
B
Door afname bevolking
C
Door lagere inkomens
D
Door milieumaatregelen

Slide 3 - Quiz

Wat is geen gevolg van economische groei?
A
Minder overheidsuitgaven
B
Minder welvaart
C
Meer geld naar infrastructuur
D
Meer subsidie voor bedrijven

Slide 4 - Quiz

Wat is NIET nodig voor economische groei?

A
Een bedrijf neemt extra personeel aan
B
Een bedrijf koopt meer machines
C
Een bedrijf bouwt een extra bedrijfshal
D
Een bedrijf ontslaat de helft van het personeel

Slide 5 - Quiz

Economische groei zorgt voor meer mobiliteit. Wat is dat??
A
Meer mobiele telefoons
B
Groei van bomen
C
Groei van afval
D
Groei van vervoer goederen en personen

Slide 6 - Quiz

Wat is het gevolg van deze toenemende mobiliteit?
A
Meer luchtvervuiling
B
Hogere benzineprijzen
C
Minder auto's
D
Meer fietsen in de binnenstad

Slide 7 - Quiz

De overheid wil meer toe naar het principe
'de vervuiler betaalt'. Als dit lukt, wat gebeurt er dan met de maatschappelijke kosten?
A
Maatschappelijke kosten blijven gelijk.
B
Maatschappelijke kosten stijgen.
C
Maatschappelijke kosten dalen.
D
Dat hangt er vanaf

Slide 8 - Quiz

Hoe noem je de kosten die de samenleving betaald voor de kosten van milieuvervuiling?
A
Milieukosten
B
Productiekosten
C
Maatschappelijke kosten
D
planschade kosten

Slide 9 - Quiz

Rosa gooit het afval van haar junkfoodmaaltijd uit haar auto op de parkeerplaats. Petter ruimt de poep van zijn hond niet op van de straat. Zo zijn er meer voorbeelden van milieuvervuiling die de overheid op kosten jagen. Want de straat moet schoongemaakt worden en dat kost geld.

Wie betaalt uiteindelijk de rekening van deze maatschappelijke kosten ?
A
de belastingbetalers
B
de kauwgomfabrikanten
C
de sigarettenfabrikanten
D
de vervuilers

Slide 10 - Quiz

Verbrandingsgassen hebben invloed op het klimaat. De gemiddelde temperatuur op aarde stijgt, en droge en natte periodes worden extremer.
Wat is voor Nederland een nadeel?

A
De vervuiling neemt toe
B
Dijken moeten worden verhoogd
C
Meer natuurgebieden om water op te vangen
D
Meer genieten van mooi weer

Slide 11 - Quiz

Milieuvervuiling
kosten om het park schoon te maken
= maatschappelijke kosten

Slide 12 - Diapositive

Hoofdstuk 6
Paragraaf 4

Slide 13 - Diapositive

Duurzaam produceren
gesproken uitleg

Slide 14 - Diapositive

Leerdoelen deze les
- Je kan uitleggen hoe bedrijven duurzaam kunnen produceren
- Je kan uitleggen hoe de overheid duurzaam produceren kan bevorderen
- Je kan aangeven waarom duurzaam produceren belangrijk is voor het milieu
gesproken uitleg

Slide 15 - Diapositive

Duurzaam produceren
Duurzaam produceren = wanneer de productie geen problemen oplevert voor het milieu

Voorbeeld: groene stroom, biologische productie (diervriendelijk en afvalstoffen zijn niet tot nauwelijks schadelijk)
gesproken uitleg

Slide 16 - Diapositive

Duurzaam produceren
  • Duurzaam produceren = produceren zonder schade voor mensen/natuur voor nu en in de toekomst

Slide 17 - Diapositive

Wat is een voorbeeld van duurzame productie?
A
In de nieuwe electriciteitcentrale wordt gestookt met steenkool
B
de lampen in een bedrijf branden ook als er 's nachts niemand meer is
C
Een nieuwe boom planten voor iedere gekapte boom

Slide 18 - Quiz

Duurzaam produceren is
A
Het hergebruik van stoffen
B
Productie wat veel kost
C
Produceren zonder schade voor het milieu
D
Produceren voor het milieu

Slide 19 - Quiz

Biologisch produceren
Biologisch produceren kan duurder of goedkoper zijn dan niet duurzame productie, maar leidt meestal tot een lagere opbrengst.
- geen chemische bestrijdingsmiddelen
- natuurlijke bemesting

Slide 20 - Diapositive

MVO
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
Maatschappelijk verantwoord ondernemen betekent:

bedrijven houden zoveel mogelijk rekening met de gevolgen van de productie voor mens en milieu

Slide 21 - Diapositive

Wat is MVO?
A
ondernemer levert wat de doelgroep wil
B
ondernemer streeft naar maximale winst
C
ondernemer werkt samen met andere ondernemers
D
ondernemer houdt rekening met de omgeving

Slide 22 - Quiz

Wat is een voorbeeld van mvo?
A
Kosten laag houden
B
Zo veel mogelijk produceren
C
Rekening houden met mens en millieu
D
Winst delen met het personeel

Slide 23 - Quiz

De overheid
De overheid beloont bedrijven die duurzaam produceren met (milieu)subsidie en "bestraft" bedrijven die dat niet doen door middel van (milieu)heffingen.
gesproken uitleg

Slide 24 - Diapositive

Subsidie

Goed gedrag belonen

Slide 25 - Diapositive

De overheid wil duurzame productie
Milieusubsidie
Overheid geeft geld aan ondernemers die duurzaam produceren
Milieuheffing
Overheid heft meer belasting bij ondernemers die niet duurzaam produceren

Slide 26 - Diapositive

Hoe kan de overheid duurzame productie stimuleren?
A
Boetes uitdelen aan niet milieuvriendelijke bedrijven
B
Waarschuwingen geven aan bedrijven die geen milieuvriendelijke productie hebben.
C
Milieuheffingen en milieusubsidies

Slide 27 - Quiz

Voorbeeld
Bedrijf A  Omzet van € 100.000 en nettowinst van € 30.000
Bedrijf B  Omzet van € 80.000 en nettowinst van € 18.000

Bedrijf A krijgt een milieuheffing van € 12.000
 Bedrijf B krijgt een milieusubsidie van € 7.000

Welk bedrijf heeft de hoogste nettowinst?

Slide 28 - Diapositive

Bedrijf A Omzet van € 100.000 en nettowinst van € 30.000
Bedrijf B Omzet van € 80.000 en nettowinst van € 18.000
Bedrijf A krijgt een milieuheffing van € 7.000
Bedrijf B krijgt een milieusubsidie van € 7.000
Welk bedrijf heeft de hoogste nettowinst?

Slide 29 - Question ouverte

Een belasting die de overheid instelt om duurzame productie te bevorderen, noem je ...
A
Milieuheffing
B
Milieusubsidie
C
Biologische productie

Slide 30 - Quiz

Bij biologische veeteelt zijn de kosten per dier voor voeding, gezondheid enzovoort ongeveer hetzelfde als bij gewone veeteelt. Toch hebben biologische boeren het financieel moeilijker dan gewone boeren.
Wat kan een oorzaak zijn?
A
De boer heeft meer werk per dier
B
De andere bedrijfskosten zijn hoger
C
De boer moet meer heffingen betalen

Slide 31 - Quiz

Nanne en Hennie praten over duurzame productie.
Nanne zegt: 'De overheid stimuleert duurzame productie door middel van milieuheffingen.'
Hennie zegt: 'De overheid stimuleert duurzame productie door middel van milieusubsidies.'

Wie heeft gelijk?
A
Nanne
B
Hennie
C
Geen van beide
D
Beide

Slide 32 - Quiz

Huiswerk paragraaf 4
opdracht 2 tot met 4 en 7 + sommen (ophalen docent)

Slide 33 - Diapositive