Lektion 2I

Guten Morgen liebe Schüler
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Guten Morgen liebe Schüler

Slide 1 - Diapositive

Lernzielefür heute / 
Leerdoelen voor vandaag
1) Je kunt het geslacht van zelfstandige naamwoorden bepalen in het Duits.
2) Je kuntzelfstandige naamwoorden door persoonlijke voornaamwoorden vervangen.
3) Je kunt bezittelijke voornaamwoorden in het Duits juist gebruiken m.b.t. zelfstandige naamwoorden.


Slide 2 - Diapositive

Wat zijn de regels voor het bepalen van het geslacht van mannelijke
(der-woorden) zelfstandige naamwoorden?

Slide 3 - Carte mentale

Der - Wörter
mannelijke personen, mannelijke dieren

mannelijke beroepen, de dagen, de maanden, de dagdelen, de jaargetijden, windrichtingen en
de meeste stammen van werkwoorden

Slide 4 - Diapositive

Wat zijn de regels voor het bepalen van het geslacht van vrouwelijke
(die-woorden) zelfstandige naamwoorden?

Slide 5 - Carte mentale

Die - Wörter
vrouwelijke personen, vrouwelijke dieren en de meeste woorden op -e

vrouwelijke beroepen, de getallen en woorden die eindigen op -heit,  -keit, schaft, -ung,  -ur, -ei, -ik, -ion, tät

Slide 6 - Diapositive

Wat zijn de regels voor het bepalen van het geslacht van onzijdige
(das-woorden) zelfstandige naamwoorden?

Slide 7 - Carte mentale

Das - Wörter
Veel woorden die in het Nederlands het-woorden zijn

Woorden die op -chen  en -lein eindigen 
(bv. das Mädchen en das Fräulein)

Slide 8 - Diapositive

Wat is het juiste lidwoord in het Duits bij meervoud?
A
der
B
die
C
das
D
die

Slide 9 - Quiz

Als twee zelfstandige naamwoorden aan elkaar worden geschreven, zoals bij 'Winterjacke', hoe weet je dan welk lidwoord het juiste is?
-> der Winter, die Jacke

Slide 10 - Carte mentale

Lösung: die Winterjacke
Het geslacht van het tweede zelfstandig naamwoord bepaalt dan het geslacht! 

Slide 11 - Diapositive

Het lidwoord ein- en het woord kein- krijgen bij vrouwelijke woorden en in het meervoud een -e.

Slide 12 - Diapositive


Persoonlijke voornaamwoorden (Personalpronomen) in het Duits zijn:

Slide 13 - Carte mentale

...... Eins
A
ein
B
eine

Slide 14 - Quiz

..... Dörflein
A
ein
B
eine

Slide 15 - Quiz

..... Sendung
A
ein
B
eine

Slide 16 - Quiz

Aufgabe 43, 44, 45
Arbeitsbuch, Seite 97/98

Slide 17 - Diapositive


Persoonlijke voornaamwoorden (Personalpronomen) in het Duits zijn:

Slide 18 - Carte mentale


Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden?

Slide 19 - Carte mentale

Bezittelijke voornaamwoorden
mannelijk/onzijdig znw
mein - mijn
dein - jouw
 sein- zijn
ihr - haar
sein - zijn
 uns - ons/onze
euer - jullie
ihr - hun
Ihr - uw

Slide 20 - Diapositive

Bezittelijke voornaamwoorden
vrouwelijk znw /meervoud
meine - mijn
deine - jouw
 seine- zijn
ihre - haar
seine - zijn
 unse - ons/onze
eure - jullie
ihre - hun
Ihre - uw

Slide 21 - Diapositive

Wo ist (jouw) Bruder?
A
dein
B
deine

Slide 22 - Quiz

Wo ist (zijn) Mutter?
A
sein
B
seine

Slide 23 - Quiz

Sind das (hun) Bälle?
A
ihr
B
ihre

Slide 24 - Quiz

Aufgabe 46 t/m 51
Arbeitsbuch, Seite 98 

Slide 25 - Diapositive

SO und Kijk-/luistertoets zurück!

Slide 26 - Diapositive

Huiswerk voor de volgende les

-> Lektion 2
Lernen: A/B/C/D
Machen: 46 t/m 51

Slide 27 - Diapositive

Zu Donnerstag / tot donderdag

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive