Voegwoorden (Conjunctions)

       Wat zijn voegwoorden?
Voegwoorden zijn woorden die twee of meer woorden, zinsdelen of hele zinnen aan elkaar plakken:

He likes cats and dogs.   I can't do my homework because it's too difficult. 

Met een voegwoord geef je aan wat de relatie/verband is tussen die twee dingen: and - opsomming; because - reden

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

       Wat zijn voegwoorden?
Voegwoorden zijn woorden die twee of meer woorden, zinsdelen of hele zinnen aan elkaar plakken:

He likes cats and dogs.   I can't do my homework because it's too difficult. 

Met een voegwoord geef je aan wat de relatie/verband is tussen die twee dingen: and - opsomming; because - reden

Slide 1 - Diapositive

Conjunctions (voegwoorden)
because...                      until......
so.....                                 when.....
both...and...                    if............
as soon as....                  unless..........

Slide 2 - Diapositive

0

Slide 3 - Vidéo

Let's practise



Choose/write down the correct conjunction

Slide 4 - Diapositive

Welk signaalwoord geeft oorzaak/ reden aan?
A
and
B
but
C
because

Slide 5 - Quiz

Welk signaalwoord geeft een voorbeeld aan?
A
because
B
and
C
for example
D
but

Slide 6 - Quiz

Welk signaalwoord geeft meer informatie of een opsomming aan?
A
and
B
but
C
because

Slide 7 - Quiz

Welk signaalwoord geeft tegenstelling aan?
A
because
B
but
C
and

Slide 8 - Quiz

Would you prefer coffee .... tea?
A
but
B
and
C
or
D
if

Slide 9 - Quiz

I like ham ____ cheese with my bread.
A
and
B
because
C
but
D
or

Slide 10 - Quiz

Can I take away your plates ___________ you have finished?
A
when
B
because
C
but
D
and

Slide 11 - Quiz

Should I come along .................................. you are home?
A
and
B
but
C
as soon as
D
so

Slide 12 - Quiz

I can't sleep ____ of the heavy rain.

Slide 13 - Question ouverte

I like skating ____ drawing.

Slide 14 - Question ouverte

I'd like to go swimming ___ I am afraid.

Slide 15 - Question ouverte

I haven't passed this test ____ I have studied very hard.

Slide 16 - Question ouverte