herhaling 3.2-3.3-3.4

herhaling 3.2-3.3-3.4
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

herhaling 3.2-3.3-3.4

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Stukje herhaling 3.2-3.3-3.4
Toets bespreken
Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Ik weet waarom de opbrengst van de landbouw is toegenomen
Ik ken de verschillen tussen lichte en zware industrie
Ik weet welke vestigingsfactoren er zijn
Ik weet wat het voordeel is voor SEZ voor MNO's

Slide 3 - Diapositive

Hoe kan een boer zorgen voor een grote opbrengst van landbouwproducten?

Slide 4 - Question ouverte

Specialisatie

Slide 5 - Diapositive


Dit is een voorbeeld van
A
schaalvergroting
B
irrigatie
C
mechanisatie
D
specialisatie

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Wat is het verschil tussen de lichte en de zware industrie?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Benoem een paar vestigingsfactoren

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Welke vestigingsfactoren zijn belangrijk voor de dienstensector?

Slide 15 - Question ouverte

Vestigingsfactoren voor dienstensector
- bereikbaarheid klanten
- aanwezigheid voldoende geschikt personeel
- aanwezigheid andere instellingen en bedrijven
- aanwezigheid van goede (internet) infrastructuur



Slide 16 - Diapositive

Ontwikkelingen (\veranderingen)
Veel diensten kan je niet verplaatsen
Call-centers en helpdesk's wel.

Veel bedrijven hebben een callcenter
in lageloonlanden

Slide 17 - Diapositive

Andere veranderingen
Er is veel sprake van automatisering



Hierdoor kan er meer werk worden verricht
--> Er is meer arbeidsproductiviteit

Slide 18 - Diapositive

Waarom is de opbrengst van de landbouw de afgelopen decennia toegenomen?
A
Door het gebruik van moderne machines, betere zaden en kunstmest
B
Omdat boeren zijn gestopt met intensieve landbouw
C
Doordat er minder vraag is naar landbouwproducten
D
Omdat het klimaat wereldwijd is verbeterd

Slide 19 - Quiz

Wat is een belangrijk verschil tussen lichte en zware industrie?
A
Lichte industrie gebruikt meer grondstoffen dan zware industrie
B
Zware industrie produceert eindproducten zoals kleding en telefoons
C
Zware industrie verbruikt meer energie en produceert halffabricaten
D
Lichte industrie is altijd milieuvriendelijker dan zware industrie

Slide 20 - Quiz

Welke vestigingsfactor is het belangrijkst voor een autofabriek?
A
Ligging in een gebied met veel zonuren
B
Dichtbij natuurgebieden voor recreatie
C
Ver weg van grote wegen en havens
D
Nabijheid van klanten en afzetmarkt

Slide 21 - Quiz

Waarom kiezen veel multinationale ondernemingen (MNO’s) voor vestiging in een Speciale Economische Zone (SEZ)?
A
Omdat ze daar hogere belastingen moeten betalen
B
Omdat ze daar meer regels en strengere arbeidswetten hebben
C
C) Omdat ze daar belastingvoordelen en goedkope arbeid krijgen
D
Omdat ze in SEZ’s verplicht zijn om lokaal geproduceerde grondstoffen te gebruiken

Slide 22 - Quiz


De stof van deze paragraaf beheers ik voor .. %
(geef hieronder het percentage aan)
0100

Slide 23 - Sondage

Leerdoelen
Ik weet waarom de opbrengst van de landbouw is toegenomen
Ik ken de verschillen tussen lichte en zware industrie
Ik weet welke vestigingsfactoren er zijn
Ik weet wat het voordeel is voor SEZ voor MNO's

Slide 24 - Diapositive

Toets bespreken

Slide 25 - Diapositive