1.1 produceren kader

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

PRODUCEREN
Meneer van Hulst

Slide 2 - Diapositive

Punt ophalen!!
--> 3 weken knallen voor hoofdstuk 1.

--> praktische opdracht over dit hoofdstuk.

--> Goed mee doen is goed cijfer.

Slide 3 - Diapositive

Wat gaan we doen?
---> Start van een nieuw hoofdstuk

--> Uitleg over produceren. (15 min)

--> Opdrachten maken. (15 min)

--> Herhaling van de les. (5 min)

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat je nodig hebt om te kunnen produceren en voorbeelden geven van de drie productiefactoren.

Ik kan uitleggen in welke sectoren je de productie kunt indelen en voorbeelden geven van de verschillende sectoren.

Ik kan uitleggen wat de verschillen zijn tussen zwart-, wit- en grijswerk.

Slide 5 - Diapositive

OPDRACHT
Een ondernemende indiaan start een kano-bedrijf. Hij produceert en verkoopt authentieke houten kano's.

Je krijgt 2 minuten de tijd om 5 dingen te noteren die hij nodig heeft (mag een product zijn, maar hoeft niet)
timer
2:00

Slide 6 - Diapositive

Wat heeft de ondernemende indiaan nodig om te produceren?

Slide 7 - Carte mentale

Slide 8 - Vidéo

Productiefactoren
  • Kapitaal
  • Arbeid
  • Natuur
  • Ondernemerschap
Kapitaal:
alle kapitaalgoederen waarin je geld investeert en die je langere tijd bij de productie gebruikt, zoals machines, gebouwen en voertuigen.
Arbeid:
de lichamelijke en geestelijke inspanningen die de mensen bij de productie leveren
Natuur:
Alles wat de natuur levert. Bijvoorbeeld de grond zelf, grondstoffen, aardolie en aardgas
Ondernemerschap:
de activiteiten van de ondernemer, die het productieproces organiseert en leidt.

Slide 9 - Diapositive

Vergoeding voor de productiefactoren
Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap
huur, rente
loon
pacht
winst

Slide 10 - Diapositive

Wit werk

Betaald werk, waarover belasting en sociale premies wordt betaald.
Grijs / zwart werk

- grijs werk: onbetaald werk


- zwart werk: betaald werk, zonder belasting en sociale premies te betalen.
Dit is strafbaar!

Slide 11 - Diapositive

Welke van de onderstaande hoort bij leraar economie?
A
Wit werk
B
Grijs werk
C
Zwart werk

Slide 12 - Quiz

Collectieve sector en particuliere sector
Collectieve sector
Overheid en sociale zekerheid instellingen waar iedereen gebruik van kan maken.

Particuliere/markt sector
Bedrijven, willen goederen en diensten verkopen om winst te maken.

Slide 13 - Diapositive

Sleep de goederen en/of diensten naar de juiste sector.
collectieve sector
particuliere sector

Slide 14 - Question de remorquage

Slide 15 - Diapositive

Primaire sector
Primaire sector = landbouw sector= agrarische sector
Alles wat je uit de natuur haalt!

Slide 16 - Diapositive

Werken in de secundaire sector
Secundaire sector = industriesector
Grondstoffen worden verwerkt  tot een product
(of halffabricaat)

Slide 17 - Diapositive

Werken in de tertiaire sector
Tertiaire sector = dienstensector
Het verlenen van een dienst maar hier hoort ook winkels en de horeca bij.

Commercieel bedrijf, wil winst maken

Slide 18 - Diapositive

4. Quartaire sector: 
  • niet-commerciële  dienstverleners 
  • doel: welzijn 
  • ziekenhuizen, onderwijs en defensie 

Slide 19 - Diapositive

Zelfstandig werken
Het huiswerk: van 1.1  maken (2, 3, 5, 8, 10, 11, 12, 13) blz. 8 t/m 11

Klaar? Maak online de test jezelf.


Rustig overleggen met de buurman of buurvrouw mag.


Je krijgt hier ongeveer tot 5 minuten tot het einde van de les.

Slide 20 - Diapositive

Bij welke productiesector horen deze bedrijven? 






Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Quartaire sector
Metaalbewerkingsbedrijf
Kledingzaak
Mosselvisser
School voor voortgezet onderwijs

Slide 21 - Question de remorquage