5.1

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3

5.1 Het skelet van de mens

Stevigheid en beweging

Leerdoelen

5.1.1 Je kunt de botten benoemen in een afbeelding van het skelet.

5.1.2 Je kunt de functies van het skelet noemen.

5.1.3 Je kunt pijpbeenderen en platte beenderen onderscheiden en kenmerken ervan noemen.

Het skelet van de mens

- inwendig skelet (geraamte)

- Meer dan 200 botten (beenderen). 

2 soorten botten (beenderen):

1. platte beenderen.

2. pijpbeenderen.

Botten voet

Botten hand 

Ellepijp - pink

Het lichaam van de mens bestaat uit het hoofd, de romp, twee armen en twee benen:

• De armen en benen samen heten de ledematen.

• De botten in het hoofd vormen samen de schedel.

• De wervelkolom draagt de schedel.

• De borstkas bestaat uit de borstwervels, de ribben en het borstbeen.

• De schouders (schoudergordel) bestaan uit de schouderbladen en de sleutelbeenderen.

• Het bekken (bekkengordel) bestaat uit de heupbeenderen.

Vier functies van het skelet

• Het skelet geeft stevigheid. 

• Het skelet beschermt je organen. 

• Het skelet maakt beweging mogelijk. Aan je botten zitten spieren vast. Spieren en skelet zorgen samen voor bewegingen.

• Het skelet geeft vorm aan je lichaam. De schedel geeft bijvoorbeeld vorm aan je hoofd.

Pijpbeenderen 

- zijn langwerpig en komen vooral voor in de ledematen. 

- De koppen bestaan uit veel kleine holten die gevuld zijn met rood beenmerg, hierin worden bloedcellen gevormd. 

- Tussen de koppen zit de mergholte. Hierin zit geel beenmerg waarin vet is opgeslagen.

Platte beenderen

- Komen vooral voor in de schedel en in de romp. 

- Voorbeelden van platte beenderen zijn de schedelbeenderen, de ribben en de schouderbladen.
- Ook in platte beenderen zit rood beenmerg. 

- Er zit geen mergholte en geen geel beenmerg in.

Maken

Vanaf blz. 13

opdr. 1 t/m 6