3.13 Inleiding-middenstuk-slot

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 3
1.	Lesopening
2.	Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.	Lesdoel (+ minicheck)
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie + afsluiting

1. Lesopening

Pak je boek en schrift van Nederlands, laat het nog even dicht. 

2. Leergebiedoverstijgende doelen

Zelfstandig leren

- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Voorbeeld: als er staat schrijf de zin over, dan doe je dat. 

Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 

Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

Namen lln

3. Lesdoel

Aan het eind van deze les; 

- kun je in een tekst de inleiding, het middenstuk en het slot herkennen. 

Verdiept arrangement:

Namen lln. 

Huiswerk noteren + maken:

Les: 3.13

blz.: 119 t/m 120

opdr.: 32 + 34

Minicheck:

Quiz mee!

Wat weet je al van de lesdoelen?

Hoe noem je een stukjes waarin een tekst verdeeld is?

Uit hoeveel alinea's bestaat de inleiding van een tekst?

Wat vertelt een schrijver in het middenstuk van een tekst?

3 vragen goed?

Maak les 3.13 opdr. 32 + 34, op blz. 119 t/m 120.

De rest doet mee met de instructie!

4. Instructie

Lees mee op de volgende dia's.

Alinea's en tussenkopjes

Een tekst is verdeeld in stukjes: alinea’s.

In elke alinea wordt iets anders verteld over het onderwerp. Een alinea begint altijd op een nieuwe regel. Vaak staat er tussen alinea’s een witregel.

Alinea's en tussenkopjes

Boven een alinea of een groepje alinea’s kan een tussenkopje staan. 

Een tussenkopje geeft aan waar de alinea over gaat.

Alinea's en tussenkopjes horen ook bij verkennend lezen!

Indeling tekst (2)

• Inleiding
   -  Meestal één alinea
    - De schrijver vertelt waar de tekst (het onderwerp) over gaat.
  
  
• Middenstuk
    - Meestal meerdere alinea's. De alinea vertelt over het deelontwerp 
    - De schrijver vertelt meer over het onderwerp
  
  
• Slot
    - Meestal één alinea
     - De schrijver maakt een duidelijke einde aan de tekst (het onderwerp)

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Lees en maak les 3.13 opdr. 32 + 34 op blz. 119 t/m 120

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?

namen lln... kom aan de instructietafel zitten. 

Dan gaan we samen aan de slag. 

6. Zelfstandig werken

Je leest en maakt : 

V: Les 3.13 opdr. 32 + 34 op blz. 119 t/m 120 --> namen lln. 

B: Les 3.13 opdr. 32 op blz. 119 t/m 120 --> namen lln. 

I: Les 3.13 opdr. 32 op blz. 119 t/m 120 --> namen lln. 

Ben je klaar?

1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 

2. Huiswerk ander vak afmaken. 

3. Leren toets/lezen/woordzoeker. 

7. Evaluatie

- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 

Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 

Een goede tekst bestaat uit drie delen. Wat is de volgorde van die delen?

Een tekst heeft altijd maar 1 alinea in het middenstuk

1. juist
2. onjuist

Het slot is meestal 1 alinea

1. juist
2. onjuist

Afsluiting

- Ruim je boek en schrift van NE op. 

Volgende lesuur: .............................