2HV Lezen §3: Tekstverbanden en signaalwoorden (2)

Welkom !
Ga zitten volgens de plattegrond. Pak je boek NN en sla open op blz 10
Pak je leesboek er vast bij.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom !
Ga zitten volgens de plattegrond. Pak je boek NN en sla open op blz 10
Pak je leesboek er vast bij.

Slide 1 - Diapositive

Deze les...
- Stil lezen
- Doelen doornemen
- Theorie §2: Tekstverbanden en signaalwoorden (2)
- Lezen: 'Stormloop bij pizza- automaat'
- Maken §2: Tekstverbanden en signaalwoorden (2) > Opdr. 1,3 en 5

Slide 2 - Diapositive

Stil lezen
Pak je boek
en ga lekker lezen.

Boek geleend?
Zet het netjes terug in de kast.

Slide 3 - Diapositive

Doelen
- Ik kan een zakelijke/informatieve  tekst lezen en begrijpen.
- Ik kan vragen over een zakelijke/informatieve  tekst beantwoorden.
- Ik ken de tekstverbanden chronologie, conclusie, opsomming, tegenstelling, toelichting, doel-middel, oorzaak, reden, samenvatting en vergelijking.

Slide 4 - Diapositive

§2: Tekstverbanden en signaalwoorden (2)
Je kent de volgende tekstverbanden:
- chronologie (daarna, vervolgens, toen, terwijl, ...)
- conclusie (al met al, concluderend, daarom, ...)
- opsomming (bovendien, daarnaast, ook, en, ...)
- tegenstelling (maar, toch, hoewel, echter, ...)
- toelichting (als, bijvoorbeeld, denk aan, ...)

Slide 5 - Diapositive

§3: Tekstverbanden en signaalwoorden (2)
Daar komen nu nog vijf verbanden bij:
- doel-middel
- oorzaak
- reden
- samenvatting
- vergelijking

Slide 6 - Diapositive

§3: Tekstverbanden en signaalwoorden (2)
Doel-middelverband
Geeft aan welk middel wordt gebruikt om een bepaald doel te bereiken.
>> aan de hand van, door middel van, met behulp van, om te,
      opdat, zodat

Slide 7 - Diapositive

§3: Tekstverbanden en signaalwoorden (2)
Oorzakelijk verband
Geeft aan waardoor iets gebeurt (waarop je niet altijd invloed hebt).
>> als gevolg van, daardoor, dankzij, dat komt door, doordat, 
      dus, het gevolg is, vanwege, waardoor, zodat

Slide 8 - Diapositive

§3: Tekstverbanden en signaalwoorden (2)
Redengevend verband
Geeft aan waarom iemand iets doet of vindt.

>> daarom, dankzij, de reden hiervoor is, dus, immers, namelijk,
      omdat, want

Slide 9 - Diapositive

§3: Tekstverbanden en signaalwoorden (2)
Samenvattend verband
Geeft een verkorte weergave van eerdere informatie in de tekst.

>> al met al, kortom, met andere woorden, samengevat

Slide 10 - Diapositive

§3: Tekstverbanden en signaalwoorden (2)
Vergelijkend verband
Laat een overeenkomst of verschil tussen twee of meer zaken zien.

>> evenals, in vergelijking met, net als, zoals
>> ook de vergrotende trap: leuker, mooier, beter, ... dan

Slide 11 - Diapositive

§3: Tekstverbanden en signaalwoorden (2)
Lezen Tekst 1: 'Stormloop bij pizza-automaat'.

Markeer of onderstreep belangrijke woorden en zinnen.
Stel vragen over delen die je lastig vindt of niet begrijpt.

Slide 12 - Diapositive

§3: Tekstverbanden en signaalwoorden (2)
Maak NN > 2HV > Cursus 1: Meer dan lezen > §2 Tekstverbanden en signaalwoorden (2) > Opdracht 1 en 3.

Deze opdracht is huiswerk voor maandag 25 november .
Neem dan ook je leesboek en laptop mee!

Slide 13 - Diapositive