Week 13 Begrijpend lezen 2A

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Begrijpend lezen

• Huiswerk: 4.2 opdracht 8 t/m 14
• Woorden
• Korte quiz
• Maken: leestaak blz. 146 + 147

Leerdoel

• Ik kan de geleerde begrippen van 4.2 toepassen op een tekst.

Woorden

• Welke woorden heb je in je schrift genoteerd?

Met welk tekstdoel wil de schrijver de lezer tot actie aanzetten?

1. informeren
2. overtuigen
3. amuseren
4. activeren

Wat is géén tekstvorm van een activerende tekst?

1. advertentie
2. affiche
3. krantenbericht
4. uitnodigingsmail

Wat is een synoniem voor 'beeld en opmaak'?

1. pop-up
2. lay-out
3. flyer
4. afbeelding

Wat is géén signaalwoord van het tekstverband 'doel/middel'?

1. daardoor
2. daarmee
3. om te
4. waarmee

Wat is een signaalwoord van het voorwaardelijk tekstverband?

1. omdat
2. tenzij
3. echter
4. kortom

Leestaak (blz. 146 + 147)

• Lees de tekst verkennend
• Vragen bij verkennend lezen:

       - onderwerp

       - tekstsoort

       - tekstdoel

       - tekstopbouw

       - bron/schrijver

Leestaak (blz. 146 + 147)

• 16d: Wat is de aanleiding voor dit artikel?
• 16e: Voor welke in de tekst genoemde aandoeningen zijn de honden op afbeelding A en B vatbaar?

Zelfstandig werken

• Wat?             Maken: 4.2 Lezen opdracht 17 t/m 21
• Hoe?             Zelfstandig. Zachtjes overleggen mag, muziek                                                            luisteren mag niet.
• Hulp?            Buurman of -vrouw, docent
• Tijd?               Tot 12.25 uur
• Resultaat?   Opdrachten netjes in schrift
• Klaar?            Nakijken: gemaakte opdrachten