De mens en het milieu mavo 3

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Je bedenkt drie manieren waarop de mens afhankelijk is van het milieu.
1 Het milieu levert voedsel.
2 Het milieu levert water.
3 Het milieu levert zuurstof.
Bij welke van deze manieren speelt fotosynthese een directe rol?
A
1 en 2
B
1 en 3
C
2 en 3
D
1, 2 en 3

Slide 9 - Quiz

Debby zegt dat de mens voor grondstoffen afhankelijk is van het milieu.
Jack zegt dat het milieu belangrijk is als plaats voor recreatie
A
alleen Debby heeft gelijk
B
Debby en Jack hebben geen gelijk
C
alleen Jack heeft gelijk
D
Debby en Jack hebben beiden gelijk

Slide 10 - Quiz

Door koolstofdioxide in de lucht is er het broeikaseffect.
Wat is het broeikaseffect?
A
Het afgeven van warmtestraling vanaf de zon naar de aarde.
B
Het tegenhouden van warmtestraling vanaf de ruimte naar de aarde.
C
Het tegenhouden van warmtestraling vanaf de aarde naar de ruimte.

Slide 11 - Quiz

Zonder het broeikaseffect ...
A
... wordt het heel warm op aarde.
B
... blijft de temperatuur op aarde gelijk.
C
... wordt het op aarde net zo koud als in de ruimte.

Slide 12 - Quiz

Te veel stoffen uit het milieu halen noemen we...
A
Aantasting
B
Uitputting
C
Vervuiling

Slide 13 - Quiz

Wat zijn oorzaken van de milieuproblemen?
(meerdere mogelijk)
A
bevolkingsgroei
B
toename van vervuiling
C
het kappen van bossen
D
andere manier van leven

Slide 14 - Quiz

Als je produceert, zonder schade voor mens en milieu, noem je dat
A
maatschappelijke kosten
B
duurzaam produceren
C
recycling
D
milieuschade

Slide 15 - Quiz

olievoorraden raken wereldwijd op
A
milieuvervuiling
B
milieu-uitputting
C
milieu-aantasting

Slide 16 - Quiz

toename scooters in Amsterdam
A
milieuvervuiling
B
milieu-uitputting
C
milieu-aantasting

Slide 17 - Quiz