Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
6. Land of Hope and Despair
4. Onafhankelijkheid
Slide 1 - Diapositive
Wat is het doel van de 'Verklaring van de rechten van de mens en van de burger'?
A
Het beschermen van individuele vrijheden
B
Het versterken van de koninklijke macht
C
Het promoten van aristocratie
D
Het beperken van godsdienstvrijheid
Slide 2 - Quiz
Welke rol heeft de koning in een constitutionele monarchie?
A
De koning heeft absolute politieke macht.
B
De koning heeft geen enkele rol in de regering.
C
De koning heeft een symbolische rol en beperkte politieke macht.
D
De koning heeft de macht om wetten te vetoën.
Slide 3 - Quiz
Wat is de taak van de rechterlijke macht binnen de Trias Politica?
A
Het handhaven van wetten
B
Het toepassen en interpreteren van wetten
C
Het uitvoeren van wetten
D
Het maken van wetten
Slide 4 - Quiz
Wat is de rol van de wetgevende macht binnen de Trias Politica?
A
Het uitvoeren van wetten
B
Het maken van wetten
C
Het handhaven van wetten
D
Het interpreteren van wetten
Slide 5 - Quiz
Welke filosoof wordt geassocieerd met de Trias Politica?
A
Montesquieu
B
Descartes
C
Rousseau
D
Voltaire
Slide 6 - Quiz
Wat zijn de drie machten van de Trias Politica?
A
Bestuurlijke, juridische, economische macht
B
Wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht
Slide 7 - Quiz
Wat was de invloed van de Code Napoléon buiten Frankrijk?
A
Het leidde tot een revolutie in Engeland
B
Het had geen invloed buiten Frankrijk
C
Het verspreidde zich naar veel andere landen
D
Het werd genegeerd door andere landen
Slide 8 - Quiz
Wat was het doel van de Code Napoléon?
A
Het versterken van de adel
B
Een uniforme set wetten voor Frankrijk
C
Het uitbreiden van het koninkrijk
D
Het afschaffen van belastingen
Slide 9 - Quiz
Welk onderwijssysteem heeft Napoleon geïntroduceerd dat nog steeds wordt gebruikt?
A
Geen onderwijssysteem
B
Privé-onderwijs voor adel
C
Alleen religieus onderwijs
D
Het lager onderwijs voor alle kinderen
Slide 10 - Quiz
Welk systeem heeft Napoleon ingevoerd dat nog steeds wordt gebruikt?
A
Het keizerrijk van Frankrijk
B
Het handelsverdrag met Groot-Brittannië
C
Het metrieke stelsel
D
Het feodale stelsel
Slide 11 - Quiz
Noem nog wat zaken die wij aan Napoleon hebben te danken
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen...
- waarom dertien Britse kolonies onafhankelijkheid wilden.
- hoe de Verenigde Staten hun bestuur organiseerden.
Slide 14 - Diapositive
De "levellers" Een groep sociaal bewogen Engelse streefden naar gelijkheid. Was dat mogelijk in Europa?
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quiz
Noem twee redenen die de levellers zouden kunnen hebben om naar Amerika te vertrekken.
Slide 16 - Question ouverte
Wat was GEEN reden om naar Noord-Amerika te vertrekken
A
Mensen wilden een nieuwe maatschappij beginnen
B
Mensen hoopten dat ze hier ook goud en zilver zouden vinden
C
Mensen wilden vluchten van de oorlog ellende
D
Mensen hoopten hier macht te krijgen
Slide 17 - Quiz
Was Nederland vooral Katholiek of Protestants?
A
Katholiek
B
Protestants
Slide 18 - Quiz
Welke verwachtingen hadden de immigranten van Noord-Amerika?
Slide 19 - Question ouverte
Waarom trokken veel arme mensen uit de landgewesten naar de steden?
A
Ze wilden niet langer boer zijn
B
Om er werk te vinden en geld te verdienen
C
Het platteland werd geplunderd
D
Boeren werden uitgebuit
Slide 20 - Quiz
Welke omstandigheden verdreven de migranten uit Europa?
Slide 21 - Question ouverte
Hoe wordt de groep Engelse calvinisten die in Amerika de eerste kolonie stichtte ook wel genoemd?
A
Pelgrims Mothers
B
Pelgrims Fathers
C
Christian Mothers
D
Christian Fathers
Slide 22 - Quiz
In welk jaar vestigden de Pelgrim Fathers zich in Amerika?
A
1585
B
1620
C
1689
D
1776
Slide 23 - Quiz
Koloniale oorlogen
Rond 1650 waren er Engelse, Franse en Spaanse koloniën in Amerika
Geslaagde "nederzetting"? > BAM! Kroonkolonie.
17e + 18e eeuw: grote en kleinere oorlogen tussen kolonisten + indianen en ook kolonies onder elkaar.
Slide 24 - Diapositive
Protesten tegen belastingen
Oorlogen en bestuur van kolonies kosten véél geld.
Regering in Londen verhoogde belastingen in Amerika:
invoerrechten op producten uit Engeland; zelf alleen grondstoffen leveren, maar geen producten die in Amerika gemaakt waren;
invoerrechten op suiker, glas en thee; belasting op drukwerk met de Stamp Act (1765).
Slide 25 - Diapositive
Protesten tegen hoge belastingen
Oorlogen en bestuur van kolonies kosten véél geld. Regering in Londen verhoogde belastingen in Amerika:
invoerrechten op producten uit Engeland;
zelf alleen grondstoffen leveren, maar geen producten die in Amerika gemaakt waren;
invoerrechten op suiker, glas en thee;
belasting op drukwerk met de Stamp Act (1765).
Slide 26 - Diapositive
Wat gebeurde er in 1765 tijdens het "Stamp Act Congress" in New York?
Slide 27 - Question ouverte
Wat betekent "no taxation without representation"?
Slide 28 - Question ouverte
Boston Tea Party (1/3)
Kolonisten komen met verlichte ideeën (Montesquieu) en willen rechten voor het individu + volksvertegenwoordiging.
"No taxation without representation" (geen belasting zonder volksvertegenwoordiging).
Reactie? Regering in Londen werd alleen maar strenger en besloot dat alleen de Engelse Oost-Indische Compagnie nog thee mocht verkopen in de kolonies.
Slide 29 - Diapositive
Boston Tea Party (2/3)
Handelaren (smokkelaars) organiseren de Boston Tea Party: een groep als indianen verklede kolonisten overviel drie Engelse schepen en gooiden de thee overboord.
Reactie van Engeland: sluiten de haven van Boston en geen bestuursrechten voor Massachusetts.
Reactie van Amerikanen: alle Engelse producten boycotten; eisen zelfbestuur en het recht om te beslissen over hun eigen belastingen.
Slide 30 - Diapositive
Boston Tea Party (3/3)
Onafhankelijkheidsoorlog (1775-1783)
Onder leiding van George Washington streden kolonisten voor onafhankelijkheid.
De kolonisten kregen steun van de Fransen.
Slide 31 - Diapositive
Wat hoort bij de 'Boston Tea Party'?
A
aanleiding van de Onafhankelijkheidsoorlog
B
gevolg van de Onafhankelijkheidsoorlog
C
indirecte oorzaak van de Onafhankelijkheidsoorlog
D
gebeurtenis in de Onafhankelijkheidsoorlog
Slide 32 - Quiz
Twee uitspraken over Boston Tea Party:
Uitspraak 1: De Boston Tea Party is een oorzaak van het onstaan van de democratische revolutie.
Uitspraak 2: Engelse soldaten gooiden dozen met thee overboord tijdens de Boston Tea Party.
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist
Slide 33 - Quiz
wat is de oorzaak van de Boston Tea Party
A
Engelse kolonisten smokkelen hun eigen thee, om zelf de markt te kunnen controleren
B
Engelse bestuur verlaagt de prijzen van thee voor Engelse kolonisten
C
Oost-Indische Compagnie krijgt monopolie op theehandel zonder invoerrechten
D
Engelse kolonisten vermomt als Indianen bestormen een Engels schip dat is volgeladen met thee
Slide 34 - Quiz
wat is het gevolg van de Boston Tea Party?
A
Engelse bestuur drukt geweld in Amerika de kop in
B
Engelse kolonisten gaan zelf thee smokkelen
C
Engelse kolonisten stoppen met het drinken van thee
D
Engelse bestuur schrapt de Tea Act
Slide 35 - Quiz
Wat was de Boston Tea Party?
A
een politieke partij tegen de Engelsen
B
een wet over invoer van thee
C
een gebeurtenis die de oorlog liet beginnen
D
een groep indianen die tegen de Engelse was
Slide 36 - Quiz
De Boston Tea Party was de/het ........ van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog