Biomechanica

• Trainen en gezondheid
• MBO
• Studiejaar 3

Trainen en gezondheid

• 
  
• Spijsvertering

Hoofdstuk 2 (De Blauwdruk)

Inhoud

• Leerdoelen:
• Biomechanica

zwaartekracht

evenwicht

• Loopcyclus
• Leerdoelen behaald?

Leerdoelen

• Je hebt basiskennis over biomechanica.
• Je heb kennis over de loopcyclus

Wat is biomechanica (denk je)

Biomechanica

Wat is massa?

• De massa is een natuurkundige grootheid en geeft de eigenschap van een materie aan
• De massa wordt uitgedrukt in kilogram.

Wat is massa?

1. Gewicht
2. Geeft aan uit hoeveel deeltjes iets bestaat
3. Wordt uitgedrukt in gram
4. Volume

Zwaartekracht

Wat is zwaartekracht?

• De zwaartekracht is een aantrekkende kracht  die twee of meer massa's op elkaar uitoefenen.
  (Let op: dit is niet hetzelfde als magnetische kracht.)
  
• De zwaartekracht wordt (zoals alle andere krachten) uitgedrukt in Newton.
• De zwaartekracht van een voorwerp is niet  overal hetzelfde.
  

Zwaartepunt en middelpunt

Zwaartepunt en middelpunt

Middelpunt: centrum van volume

Zwaartepunt: centrum van massa

Wat is zwaartekracht?

1. De aantrekkingskracht; vergelijkbaar met een magneet
2. De eenheid is F
3. Gravitatiekracht van de aarde
4. De aantrekkingskracht van een massa op een andere, kleinere massa

Het zwaartepunt is:

1. Het centrum van volume
2. Het centrum van Enschede
3. Het centrum van massa
4. Het centrum van snelheid

Wet van newton

een object  komt pas in beweging, als er een netto kracht op uitgeoefend wordt. 

De krachtmeter

De krachtmeter of veerunster

Met een krachtmeter kun je de kracht meten.

De eenheid van kracht is

Newton (N).

 

Evenwicht

3 soorten evenwicht: stabiel, instabiel en indifferente evenwicht 

Stabiel: 

zwaartepunt ligt laag en op groot steunvlak (bij heup) er is geen gevaar dat het gewicht buiten het steunvlak valt, steunvlak is groot en gewicht zit er goed boven 

Instabiel: 

labiel evenwicht. Zwaartepunt ligt hoger en rust op kleiner steunvlak. Bijv bovenste sponggewricht. Er is maar weinig voor nodig om het zwaartepunt naast het steunvlak te krijgen 

 

Evenwicht

De zwaartelijn van een voorwerp of lichaam valt binnen het grondvlak

Stabiel                                  Labiel                              Indifferent

Een voorwerp of lichaam heeft en stabiel evenwicht, indien:

1. De zwaartelijn niet door het midden van het grondvlak loopt
2. Het een klein grondvlak heeft
3. Het zwaartepunt hoog ligt
4. Het zwaartepunt laag ligt

Spierwerking bij staan

Staan is het bewaren van het evenwicht boven een steunvlak 

Bij voor overhellen zal spierkracht het lichaam achterwaarts trekken, zo ook met zijwaarts en achteroverhellen, de tegenovergestelde spiergroep zal corrigeren 

Het steunvlak van de voet is de hiel en het kopje van het 1e en 5e middenvoetsbeentje. Worden beide voeten gelijk belast is dat symmetrische stand 

Loopcyclus

Bij lopen verleggen wij het zwaartepunt 

Door veranderen van spierspanning kunnen wij ons lichaamszwaartepunt voor ons voetvlak verleggen 

Standbeen, slingerbeen  Landingsfase, steunfase, afzetfase 

Juiste afwikkeling

Hiel 

Laterale zijde voet 

Kopje 5e middenvoetsbeentje 

Kopje 1e middenvoetsbeentje 

Hallux 

 

Loopfases

Fase 1

Fase 2

Fase 3

Fase 4

Ganghoek

Tijdens het gaan en staan zijn de voeten iets afgevoerd. De gemiddelde ganghoek is 15% 

Bij dames zie je die vaak wat kleiner en bij heren wat groter .

Wanneer verandert het standbeen in een slingerbeen

1. Bij het heffen van de hiel
2. Als de hiel de bodem raakt
3. Als de afzet van de voet is ingezet
4. Wanneer de voet naar voeren beweegt in de lucht

Vragen?