1.3 perspectief

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Wat zie je?

Opdracht

Lees steeds de fragmenten. Let op het perspectief. Na afloop van ieder fragment, krijg je de vraag in welk perspectief het fragment is geschreven.

Perspectief?

1. Ik-verteller
2. Hij/zij-verteller
3. Alwetende verteller
4. Meervoudig perspectief

Perspectief?

1. Ik-verteller
2. Hij/zij-verteller
3. Alwetende verteller
4. Meervoudig perspectief

Perspectief?

1. Ik-verteller
2. Hij/zij-verteller
3. Alwetende verteller
4. Meervoudig perspectief

Perspectief?

1. Ik-verteller
2. Hij/zij-verteller
3. Alwetende verteller
4. Meervoudig perspectief

Perspectief?

1. Ik-verteller
2. Hij/zij-verteller
3. Alwetende verteller
4. Meervoudig perspectief

Perspectief?

1. Ik-verteller
2. Hij/zij-verteller
3. Alwetende verteller
4. Meervoudig perspectief

Bij een               heb je toegang tot de gedachten en gevoelens van               : de ik-verteller of de hij/zij-verteller. De personale verteller is                   in het verhaal. De personale verteller is een                  perspectief. De                      heeft een helikopterview en heeft toegang tot de gevoelens en gedachtes van              . De alwetende verteller kan                       geven. De alwetende verteller is een perspectief.

Een personale verteller kan                zijn als de verteller bewust informatie achterhoudt of als de verteller mentaal niet stabiel is.

 personale verteller

 één personage

een karakter

subjectief

alwetende verteller

 alle personages

vertellerscommentaar

objectief

onbetrouwbaar

NN - opdracht 1 & 2 (boek havo blz. 183, boek vwo blz. 181)