Paragraaf 8.4

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Paragraaf 8.4

Herhaling gisteren. (kort filmpje over arbeid en energie)

Vermogen en Energie Nieuw

Oefenopgave.

Leerdoelen Vermogen

Aan het eind van deze les...

... weet je (weer) wat vermogen inhoudt.

... kan je rekenen met de formule van vermogen.

... snap je wanneer je de formule moet / kunt toepassen.

Vermogen

Vermogen = energie die per seconde wordt omgezet.

waarin:
P                   = vermogen (W)
E                   = energie (J)
 t                   = tijd (s)

P=​t​​E​​

Vermogen

Zoals gisteren besproken door arbeid te verrichten kun je energie toevoegen (bijvoorbeel bewegingsenergie)

                                          dit is te schrijven als

Arbeid is kracht x afstand dus:

P=​t​​ΔE​​

P=​t​​W​​

P=​t​​W​​=​t​​F⋅s​​=F⋅​t​​s​​=F⋅v

Vermogen

De formule voor vermogen nogmaals:

waarin:        deze formule geldt alleen voor constante snelheid.
         P          = vermogen (W)
         F          = kracht (N)
          v         = snelheid (m/s)

P=Fv

Toepassing 

Een bepaalde auto levert bij topsnelheid (180 km/h) een constant vermogen van 50 KW. Bereken de grootte van de wrijvingskracht. 

- Welke twee krachten zijn dus gelijk aan elkaar.

- Reken om naar de juiste eenheden.

Huiswerk

Huiswerk staat in deze LessonUp in de volgende sheets.

Opgaven

Vr. 1: Een auto heeft een topsnelheid van 230 km/h. Het maximale vermogen van de motor van de auto is 105 kW. 

Bereken de grootte van de totale wrijvingskracht werkend op de auto bij deze snelheid.

Vr. 2: Een auto rijdt 10 seconden lang met een constante snelheid van 130 km/h. De totale (lucht)weerstand op de auto is 1,66 × 10³ N en de motor van de auto heeft een rendement van 40%.

Bereken hoeveel mL benzine er verbrand is.

Vr.3: Een auto versnelt vanuit stilstand met een constant vermogen. 

Leg uit of de motorkracht tijdens deze beweging gelijk blijft, groter wordt of kleiner wordt.

 

Huiswerk inleveren

Huiswerk inleveren

Huiswerk inleveren