BS 3.3 Nectar 1BK

BS 3.3 Het (geh)oor
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

BS 3.3 Het (geh)oor

Slide 1 - Diapositive

Functie van het oor
Het oor vangt trillingen uit de lucht op en zet die om in geluid
Het geluid wordt waargenomen door een seintje dat het oor aan je hersenen geeft

Slide 2 - Diapositive

Anatomie
Het oor bestaat uit 3 onderdelen:
  • Buitenoor
  • Middenoor
  • Binnenoor

Slide 3 - Diapositive

Het buitenoor
Oorschelp, gehoorgang en trommelvlies
Oorschelp vangt geluiden op
Geluiden gaan via de gehoorgang naar het trommelvlies

Het trommelvlies gaat trillen als het geluid daar aan komt

Slide 4 - Diapositive

Het middenoor
Gehoorbeentjes: hamer, aambeeld en stijgbeugel

Door trilling van het trommelvlies bewegen de gehoorbeentjes 
> versterking van het geluid!


Slide 5 - Diapositive

Buis van Eustachius
Het middenoor staat via de buis van Eustachius in verbinding met de keel
Deze zorgt ervoor dat de luchtdruk gelijk blijft aan die van de omgeving

Slide 6 - Diapositive

Het binnenoor
Slakkenhuis met speciale vloeistof en trilhaartjes
Trilhaartjes gaan bewegen door stijgbeugel die vloeistof laat bewegen
Signaal naar hersenen: je hoort geluid

Slide 7 - Diapositive

Doof zijn
Doof bij een gehoorverlies van 90 decibel

Prelinguaal doof: doof voordat je hebt kunnen leren praten, bijv. bij geboorte
Postlinguaal doof: doof nadat je hebt leren praten, bijv. door ongeluk of hersenvliesontsteking

Slide 8 - Diapositive

Gebarentaal
Non-verbale communicatie:
communiceren zonder gesproken taal

Slide 9 - Diapositive

Wat is de functie van het oor?
A
Trillingen omzetten in geluid
B
Seintjes doorgeven naar het andere oor

Slide 10 - Quiz

Uit welke 3 onderdelen bestaat het oor?
A
Buitenoor, middelste oor, binnenkant
B
Buitenoor, middenoor, binnenoor

Slide 11 - Quiz

De 3 gehoorbeentjes heten:
A
Hamer, bijl en aambeeld
B
Aambeeld, hamer en stijgbeugel
C
Stijgbeugel, hamer en bijl

Slide 12 - Quiz

De oorschelp, gehoorgang en trommelvlies behoren tot het:
A
Binnenoor
B
Middenoor
C
Buitenoor

Slide 13 - Quiz

Wat zorgt ervoor dat de gehoorbeentjes gaan trillen?
A
Het trommelvlies
B
De oorschelp
C
De buis van Eustachius
D
De gehoorgang

Slide 14 - Quiz

Wat is de functie van de buis van Eustachius?
A
Geluid doorgeven aan het trommelvlies
B
Gelijk houden van luchtdruk

Slide 15 - Quiz

Gebarentaal is een vorm van:
A
Non-verbale communicatie
B
Verbale communicatie

Slide 16 - Quiz

Als je vanaf je geboorte doof bent, noem je dat:
A
Postlinguaal doof
B
Prelinguaal doof

Slide 17 - Quiz

Welk dier heeft het hoogste gehoorbereik?

Slide 18 - Question ouverte

Maakwerk:
BS  3.3 Horen blz. 123 t/m 128

Slide 19 - Diapositive

Wat wist je nog niet?

Slide 20 - Carte mentale