Herhaling HIV/Aids en SOA's Havo 2

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat was het verschil tussen HIV en Aids ook al weer?

Slide 3 - Question ouverte

Aids
  • Afweersysteem aangetast
  • een virus, HIV-virus
  • Seropositief
  • Eerst geen ziekteverschijnselen
  • Virus verspreid zich en "activeert" aids

Slide 4 - Diapositive

Wat betekend het als je Seropositief bent?
A
Je bent niet besmet met het HIV virus
B
je bent wel besmet met het HIV virus
C
Je beschermd jezelf tegen HIV tijdens seks
D
Je durft mensen met HIV een hand te geven

Slide 5 - Quiz

Hiv-remmers voorkomen dat hiv nieuwe cellen kan infecteren. Maar de afweercellen waarin hiv slapend aanwezig is worden niet aangepakt. 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

HIV
HIV => is een virus
Symptonen
Eén tot zes weken na het oplopen van hiv kan je klachten krijgen die lijken op gewone griep. Deze kunnen één tot zes weken aanhouden.
Hoe krijg je HIV?
Onveilig geslachtsgemeenschap te hebben, maar ook contact met bloed
Behandeling
Hiv blijft altijd in je lichaam. Je onderdrukt het met hiv-remmers. 



Slide 8 - Diapositive

Niet alle geïnfecteerde afweercellen gaan hiv-deeltjes maken. Er zijn ook cellen waarin het virus slapend aanwezig blijft.

Ook deze afweercellen zijn door hiv veranderd in fabrieken die nieuwe virusdeeltjes kunnen maken, alleen staan ze op non-actief.

Slide 9 - Diapositive

De vrijgekomen hiv-deeltjes dringen vervolgens binnen in andere afweercellen en het proces herhaalt zich. Steeds meer cellen gaan hiv-deeltjes maken. 

Hoe meer afweercellen geïnfecteerd zijn met hiv, hoe meer het afweersysteem verzwakt.

 

Slide 10 - Diapositive

AIDS

Slide 11 - Diapositive

Waarom is zijn er meer AIDS gevallen in Afrika?

Slide 12 - Carte mentale

Juiste antwoorden:
- Geen voorlichting of les gehad over seksualiteit, SOA’s en HIV/Aids.
- Ongelijkheid tussen man en vrouw
- Veel verkrachtingen, en geen straf voor verkrachting
- Mensen weten niet dat ze HIV of Aids hebben
- Geen geld voor condooms, HIV test of medicijnen
- Tekort aan condooms of ze zijn oud

Slide 13 - Diapositive

In welke 'lichaamssappen' kan het HIV virus overleven?

Slide 14 - Carte mentale

Juiste antwoorden:
- In sperma en voorvocht
- In vaginaal vocht
- In bloed
- In moedermelk

Slide 15 - Diapositive

Stelling:
- Je krijgt sneller HIV/Aids als je homoseksueel of biseksueel bent
(eens, duim in de chat, oneens geen duim in de chat)

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Diapositive

Welke SOA's ken jij nog bij naam?

Slide 20 - Carte mentale

Welke SOA komt het meest in Nederland voor?
A
Syfilis
B
Genitale wratten
C
Chlamydia
D
Hepatitis B

Slide 21 - Quiz

Hoe voorkom je een SOA?

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Als je dit nog niet gedaan hebt: lezen de verdieping over aids.
Maken: opdr. 1 t/m 9 blz 199 van je werkboek

Slide 25 - Diapositive