6.1 Soorten werkloosheid

6.1 soorten werkloosheid
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

6.1 soorten werkloosheid

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Om welke redenen zijn mensen werkloos?

Slide 6 - Carte mentale

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Leg uit waarom conjuncturele werkloosheid altijd tijdelijk is.

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

Door automatisering en robotisering verdwijnen er banen. Is dat verlies van banen conjunctureel of structureel? Leg je antwoord uit.

Slide 16 - Question ouverte

Met welk soort werkloosheid krijgen vooral schoolverlaters te maken?

Slide 17 - Question ouverte

Een elektronicabedrijf stopt de productie van beeldschermen vanwege concurrentie in China. De helft van de werknemers wordt ontslagen.
A
seizoenwerkloosheid
B
conjuncturele werkloosheid
C
structurele werkloosheid

Slide 18 - Quiz

Sonja was al twaalf jaar bij een zorgverzekeraar in dienst toen ze werd ontslagen. Ze was niet meer nodig in het archief, omdat alle informatie intussen gedigitaliseerd was.
A
seizoenwerkloosheid
B
conjuncturele werkloosheid
C
structurele werkloosheid

Slide 19 - Quiz

Fatima: "Op het moment zit ik zonder werk. Ik werk de hele zomer bij Jofel,bij de surfplas hier in de buurt. Het is daar altijd heel gezellig en 's avonds zijn er vaak feestjes.
A
seizoenwerkloosheid
B
conjuncturele werkloosheid
C
structurele werkloosheid

Slide 20 - Quiz

Daniëlle: "Ik ben nu een jaar klaar met mijn opleiding tot secretaresse, maar er is geen werk. Op al die kantoren zitten ze met overtollig personeel.
A
seizoenwerkloosheid
B
conjuncturele werkloosheid
C
structurele werkloosheid

Slide 21 - Quiz

Julia is actrice en speelt vaak in het theater. In de zomermaanden zijn de theaters dicht en heeft ze weinig te doen.
A
seizoenwerkloosheid
B
conjuncturele werkloosheid
C
structurele werkloosheid

Slide 22 - Quiz

Fleur: "Ik had een leuke baan bij een autodealer. Helaas hebben de klanten niet zoveel vertrouwen in de economie en stellen ze de aankoop van een nieuwe auto uit. Daarom moest ik weg."
A
seizoenwerkloosheid
B
conjuncturele werkloosheid
C
structurele werkloosheid

Slide 23 - Quiz

Pawel: "In het voorjaar werken we in de bloembollen, daarna gaan we aspergesteken. Na de zomer werken we soms nog wat in de aardappelen. Maar daarna is het echt afgelopen."
A
seizoenwerkloosheid
B
conjuncturele werkloosheid
C
structurele werkloosheid

Slide 24 - Quiz

De enige buurtsuper in het dorp Langebroek gaat dicht. De winkel kreeg steeds minder klanten, omdat de mensen hun boodschappen vaker laten thuisbezorgen. De winkel bood werk aan vijf mensen.
A
seizoenwerkloosheid
B
conjuncturele werkloosheid
C
structurele werkloosheid

Slide 25 - Quiz

Welke foto hoort volgens jou niet in het rijtje thuis?

Slide 26 - Diapositive

Welke foto hoort volgens jou niet in het rijtje thuis? Doe het zo:
Foto ... hoort niet in het rijtje thuis, omdat: ...

Slide 27 - Question ouverte

Welk woord weg?
Op de volgende slide zie je een rijtje begrippen. Bedenk welk woord volgens jou niet in het rijtje thuishoort. 
Leg daarna uit waarom dit begrip er niet bij hoort.

Let op: er zijn meerder antwoorden mogelijk. Het gaat erom dat je jouw antwoord goed uitlegt. 

Slide 28 - Diapositive

Computergestuurde machines - lagelonenlanden - schoorsteenveger - geen vraag meer naar CD's.
Doet het zo:
... hoort niet in het rijtje thuis, omdat: ...

Slide 29 - Question ouverte

Productie terug naar Nederland
Lees de tekst en beantwoord de vragen op de volgende slide.

Slide 30 - Diapositive

Welke kosten voor bedrijven stijgen als de productie naar Nederland wordt verplaatst? En welke kosten dalen juist? Leg je antwoord uit.

Slide 31 - Question ouverte

Wat betekent deze verplaatsing voor de werkgelegenheid in Nederland? Leg je antwoord uit.

Slide 32 - Question ouverte

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive