Week 44 les 1

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Week 44 les 1

Wat heb je nodig vandaag?

- pen

- schrift

- boek

- device

Doelen

- Ik weet wat er tot de kerstvakantie van mij verwacht wordt.

- Ik heb grammatica drie en vier van hoofdstuk 1 herhaald en geoefend. 

Tot de kerstvakantie

Proefwerk hoofdstuk 1 - 6 november

Cito luistervaardigheid - 14 november

Wat weet je nog over ww + ing / to + ww?

F

E

E

L

I

N

G

S

to + infinite 

for example: 

I promise to always help you!

• I promise

• I decide
  

• I plan

• I hope

• I expect

• I want

Soms gebruik je een werkwoord als zelfstandig naamwoord. Na werkwoorden zoals want, promise, decide, plan, hope en expect gebruik je to + het hele werkwoord. 

I like .................. my grandma

1. to visit
2. visiting

Welk woord krijgt NIET het -ing werkwoord?

1. love
2. like
3. hate
4. hope

I expect ................ win the challenge

1. winning
2. to win

I promise ..................... home by noon

1. being
2. to be

We want ................. working late

1. to stop
2. stopping

werkwoord +ing

to

love

like

hate

want

expect

hope

decide

plan

promise

some, any + every

some, any + every

Some	Questions where you expect the answer to be yes .	Positive sentences	Would you like some tea? (answer= yes.) She wants some water.
Any	Other questions	Negative sentences	Were there any supporters? (You don't expect yes ) I don't want any vegetables!
Every	All		We want to read every book there is.

thing-, body-, where

Thing	For things	Dingen	She wants everything , she is spoiled.
Body	For people	Mensen	Everybody was there.
Where	Locations	Locaties	The Corona protests are everywhere .

Is .... here?

1. anybody
2. somebody

... people really hate school.

1. some
2. any
3. somebody
4. anybody

I know the treasure is _________

1. anybody
2. somebody
3. anywhere
4. somewhere

we can't go .... with this virus around.

1. anywhere
2. somewhere

I can't find my wallet _____

1. anything
2. something
3. anywhere
4. somewhere

But Miss! I didn't do ..............................!

1. something
2. anything
3. some
4. any

Could I have ..............to drink?

1. anything
2. something

There is .............. I want to say at this meeting

1. something
2. anything

Werkwoord + -ing

Soms gebruik je een werkwoord als zelfstandig naamwoord. Na werkwoorden zoals to like, to love, to hate doe je dit door -ing achter het werkwoord te plakken.

vb.

1. I love going to festivals. -> love, dus werkwoord 'go' + ing wordt going

2. We don't like cycling to school. -> like, dus werkwoord 'cycle' (-e) + ing wordt cycling

3. Do you also hate travelling by bus? -> hate, dus werkwoord 'travel' (+L) + ing wordt travelling

To + het hele werkwoord

Soms gebruik je een werkwoord als zelfstandig naamwoord. Na werkwoorden zoals want, promise, decide, plan, hope en expect gebruik je to + het hele werkwoord. 

vb.

1. I want to volunteer at the animal shelter. -> want, dus to + werkwoord erachter = to volunteer

2. They expect to get enough money. -> expect, dus to + werkwoord erachter = to get

3. We want to stop working. -> want, dus to + werkwoord erachter = to stop

Time to practise

Oefenen grammatica drie en vier van hoofdstuk 1.

 Geen device = werkblad pakken!

Ga naar stepping stones online en volg de stappen:

1. Klik op jouw boek (3 vmbo b)

2. Klik op hoofdstuk 1: The world around you

3. Klik op extra opdrachten 

Time to practise

Maak de volgende opdrachten:

• Quiz grammar: Gerund and to + infinitives 1
• Quiz grammar: Gerund and to + infinitives 2
• Quiz grammar: Gerund and to + infinitives 3
• Quiz grammar: some-, any- and every- 1
• Quiz grammar: some-, any- and every- 2
• Quiz grammar: some-, any- and every- 3

De eerste 10 minuten werk je zelfstandig en in stilte. Na 10 minuten mag je overleggen en-/ of muziek aan via je oordopjes en eigen device. 

Heb je de doelen bereikt?
Waarom wel of waarom niet?

Toetsen

• Hoofdstuk 1 proefwerk = dinsdag 7 november
• Cito luistervaardigheid = donderdag 16 november