Maken opdrachten 1 t/m 6 (blz 148)
Zaadplanten: Bloemen, waaruit vruchten met zaden ontstaan.
Voortplanting via zaden.
Sporenplant: Voortplanting via sporen. (geen bloemen)
Spore: Is een cel waaruit een nieuwe plant kan ontstaan.
Mossen: Sporen ontstaan op sporendoosjes op steeltjes.
Varens: Sporen ontstaan op sporenhoopjes onder het blad.