NED04 A1/A2

Fijn dat je er bent! 
Welke emoji past vandaag bij jou?

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2MBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Fijn dat je er bent! 
Welke emoji past vandaag bij jou?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Vorige les/ Terugblik?
In de vorige les hebben wij gewerkt aan? 
  • luister + kijkvaardigheid met het nieuws
  •  lopend dictee (oefenen van...)
  • gesprekjes gevoerd over ..?

  • Welke 2 belangrijke woorden uit het nieuws heb je onthouden? Kun je hier een correcte zin mee maken?



Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesprogramma vandaag:
  1. Terugblik
  2. Nieuws in makkelijke taal
  3. Praten over het vorig weekend (grammatica)
  4. Klantentevredenheidsonderzoek
  5. Lopend dictee
  6. Taalcompleet
  7. Reflectie
  8. Vooruitblik

A2: extra digitale les op donderdagavond.

Wie heeft belangstelling?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen:
Na deze les:
  • kan ik de betekenis van twee nieuwe woorden over het nieuws uitleggen
  • heb ik mijn luisteren + spreken + schrijven verbeterd
  • begrijp ik een nieuwsitem


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Nieuws in makkelijke taal
Welk onderwerp kiest de klas?
  • Boetes voor daklozen
  • Chocola wordt duurder
  • Sporten voor ouderen in eigen                                                                  buurt





Iedereen oké?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. leerdoel- ik begrijp het nieuws
  1. Wat weet je al van het onderwerp?
  2. Welke vragen heb je?
  3. Belangrijke woorden? (A1:2/ A2: 4)
  4. Welke vragen zijn beantwoord? 
  5. Kijken + luisteren (2) 
  6.  Schrijf kort op: waarover gaat dit item?
  7. Extra opdracht: 







Schrijf een correcte zin met je belangrijke woorden
(1/ 2) bedenk een oplossing voor het probleem.
(3) Geef antwoord waarom jij wel/niet zou sporten als je 55 jaar wordt

A1
A2

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Praten over het vorig weekend(A2)
Wat heb vorig weekend gedaan?           
Wat heb je nog meer gedaan?
Wie heeft er ook ge ..?          > Hoe zeg je dat?






Hoe schrijf je dat?    > uitleg regelmatige werkwoorden


(werken)
(koken)
(sporten)
(kussen)
(knuffelen)
(tuinieren)    
?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Praten over het verleden   (terug in de tijd    )(A2)
(werken)
(koken)
(sporten)
(kussen)
(knuffelen)
(tuinieren) 
(bellen)   
?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Oefenen
Regelmatige werkwoorden

Schrijf een goede zin






softketchup = t

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Klantentevredenheidsonderzoek
De gemeente wil graag jouw mening over de opleiding
Willen jullie de vragen samen bespreken? 




Het doel van deze vragen = school en docent leren  wat jullie belangrijk vinden en maken de opleiding/ lessen beter

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pauze
Pauze 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5. Lopend dictee
Doel:
  • Leesvaardigheid + Spreekvaardigheid + Luistervaardigheid + schrijfvaardigheid verbeteren
  • Samenwerken in duo's
  • Spellingsregels toepassen
  • Samen dictee controleren






Het doel van deze vragen = school en docent leren  wat jullie belangrijk vinden en maken de opleiding/ lessen beter

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5. Lopend dictee
Wat: In duo's een dictee schrijven
          A schrijft 4/5 zinnen. 
          B schrijft 4/ 5 zinnen.
Hulp: A + B helpen elkaar met spelling/ uitspraak.
Uitkomst: A + B schrijven samen een dictee
Klaar? Ga door met de zinnen van het                                                                                    dictee van het andere niveau







Het doel van deze vragen = school en docent leren  wat jullie belangrijk vinden en maken de opleiding/ lessen beter
Hoe?

  1. Cursist A loopt naar de gang en leest de zin.
  2. Cursist A loopt naar cursist B en spreekt de zin uit.
  3. Cursist B schrijft de zin op.
  4. A + B controleren de spelling samen. 

Na 4/5 zinnen: wisselen van spreker en schrijver
timer
7:00

Slide 14 - Diapositive

Maak A1 en A2 duo's
5. Controleren antwoorden
Ruil het dictee met een ander duo
Controleer het dictee en maak verbeteringen:
  • hoofdletters
  • punten
  • geen woorden vergeten
  • spelling












Het doel van deze vragen = school en docent leren  wat jullie belangrijk vinden en maken de opleiding/ lessen beter
  • Geef het dictee terug
  • Bekijk de verbeteringen

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Controleren antwoorden









Het doel van deze vragen = school en docent leren  wat jullie belangrijk vinden en maken de opleiding/ lessen beter
A1
A2

Slide 16 - Diapositive

Ruil je werkblad met een ander duo
Controleer de antwoorden
6. Taalcompleet
  1. Bespreken thematoetsen
  2. Waar wil je nog extra uitleg over?
  3. Heb je nog vragen over het thema?
  4. Wat wil je nog oefenen?

Nieuw huiswerkdoel : Wat is je doel voor de volgende les?

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen:
Na deze les:
  • kan ik de betekenis van twee nieuwe woorden over het nieuws uitleggen
  • heb ik mijn luisteren + spreken + schrijven verbeterd
  • begrijp ik een nieuwsitem


Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

7. Reflectie:
Beantwoord vraag 1 of 2 of 3:
  1. Hoe heb jij vandaag geleerd?
  2. Stel 1 vraag over deze les  
  3. Vertel een nieuw woord + betekenis 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

7. Sluiting en vooruitblik:
Volgende week?  Staatsinrichting Nederland

Oefenen met de tijd op de klok? (A1, thema 6)


Heb je jezelf een huiswerk doel gesteld?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Denkvierkanten
Schrijf op:
  1. Bij elk nummer wat je ziet                                                                                          /   Bijvoorbeeld: "Ik zie ..../ er zijn ...
Praten:
  1. Wat is hetzelfde op de 4 foto's?
  2. Wat is verschillend?
  3. Waarom hoort 1 er niet bij? Etc.




timer
3:00
1
2
3
4

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions