Verzorgingsstaat 5.2

Verzorgingsstaat
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Verzorgingsstaat

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel paragraaf 2

Aan het eind van deze les kun je...

- uitleggen wat de nachtwakersstaat is.
- de punten van verschillende politieke partijen mbt de overgang benoemen
- de eerste sociale wetten benoemen

Slide 2 - Diapositive


Wat is een verzorgingsstaat?

  • Een staat waarin de overheid voor de inwoners zorgt: 
  • 'Van de wieg tot het graf'
  • Bijvoorbeeld met: uitkeringen, leningen, subsidies en zorg

  • Maar ook als het gaat om de volksgezondheid
  • Deze verzorgingsstaat is vastgelegd in een heleboel sociale wetten

Slide 3 - Diapositive


Rol van de overheid



  • In de 19e eeuw was Nederland gebaseerd op het vrijemarktprincipe.
  • De rol van de overheid (landelijk en gemeentelijk) was erg klein: zij zagen het niet als hun taak.
  • Sommige gemeenten hadden een armenfonds. Dit fonds was niet verplicht en het geld was beperkt: op was op.

De Goudsbloemgracht in de Amsterdamse wijk Jordaan uit 1850. Het is eigenlijk helemaal geen gracht, maar een sloot met aan beide kanten zeer slechte woningen. De hygiëne was slecht. Er was geen schoon drinkwater, geen riool, geen wc's. Regenwater werd verzameld in tonnen.

Slide 4 - Diapositive

Hulp aan armen in de 19e eeuw

  • Bij ziekte of werkloosheid klopte je in eerste instantie aan bij familie.
  • Geen familie? Dan was je afhankelijk van liefdadigheid.
  • Liefdadigheid in de 19e eeuw kwam van de kerk of rijke burgers.
  • Deze liefdadigheid bestond uit: voedsel, brandstof en kleding.
  • Zo'n staat waarin de overheid vooral de taak heeft van het handhaven van de rechtsorde noemen we een nachtwakersstaat.

Een schilderij van Albert Anker waarop soep wordt uitgedeeld aan armen.

Slide 5 - Diapositive


  • De vrijemarkteconomie had ook keerzijden: 
  • Saai (door arbeidsdeling/lopende band).
  • Lange werkdagen (14-16 uur per dag en op zaterdagen).
  • Gevaarlijk. (vooral voor jonge kinderen die meewerken).
  • Geen enkel recht, ook geen stakingsrecht.
  • Lage lonen (bij fouten: loon inhouden).

Slide 6 - Diapositive

1

Slide 7 - Vidéo


Liberalen

                      


  • Willen een nachtwakersstaat: een staat waarin de overheid alleen zorgt voor orde en veiligheid. Meer een vrijemarkteconomie.
  • De overheid bemoeit zich niet met de economie, waardoor er meer winst komt. Meer winst betekent: 'rijkdom voor iedereen'
  • Sociale wetten kosten veel geld (aan uitkeringen, maar ook aan ambtenaren)

Slide 8 - Diapositive


Sociaal-democraten

                      



  • Overheid moet er alles aan doen om arbeiders te beschermen (actieve rol)
  • Betere arbeidsomstandigheden (o.a. meer loon)
  • Om dit te bereiken: strijd voor algemeen kiesrecht
  • Tot die tijd: stakingen en oprichten van vakbonden

Slide 9 - Diapositive


Confessionelen (christendemocraten)                      


  • Elkaar helpen als goede christenen
  • Werkgevers en werknemers maken samen afspraken over loon en arbeidstijden zonder inmeng van de overheid 
  • Belangrijke rol voor maatschappelijk middenveld en mantelzorgers (hulp vanuit directe familie, buren etc.)

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

10:53
Welke drie voorbeelden van een nachtwakersstaat zie je in de video?

Slide 12 - Question ouverte


Armenwet
1854



  • De Armenwet was een landelijke wet, maar gemeenten moesten hem zelf betalen en uitvoeren.
  • De rol van de overheid in de armoedebestrijding werd hierdoor groter dan de gemeenten wilden.




De Armenwet zoals gepubliceerd in 1854

Slide 13 - Diapositive


Kinderwetje
1874



  • De wet tegen kinderarbeid 
  • Samuel van Houten, een liberale politicus kwam rond 1870 met dit initiatief. 
  • Verbood kinderen tot 12 jaar in fabrieken te werken.

Slide 14 - Diapositive

Als je rond 1850 in armoede moest leven, was je in eerste aangewezen op [.........1.........] . 
Kon je daar niet terecht, dan was je aangewezen op [.........2.........] . 
De overheid bemoeide zich verder niet met de [.........3.........] . 
Dat veranderde in 1854. Toen nam de [.........4.........] overheid een wet aan: de [.........5.........] . 
Hierin stond dat de [.........6.........] overheid moest zorgen voor de allerarmsten. Die zat hier helemaal niet op te wachten, want er kwam geen geld hiervoor uit [.........7.........] . 
Sleep de woorden naar 
de juiste plaats
landelijke
familie
gemeentelijke
Armenwet
armenzorg
Den Haag
liefdadigheid

Slide 15 - Question de remorquage

Begrippen in de les
  • collectieve voorzieningen
  • nachtwakersstaat
  • vrijemarkteconomie
  • mantelzorg

Slide 16 - Diapositive

Huiswerk
> Verschillende extra opdrachten paragraaf 2 (4 stuks)
> Opdrachten paragraaf 2

- na het maken geef ik het nakijkformulier vrij, verbeter je je antwoorden en lever je de opdrachten weer in voor de week erop.

Slide 17 - Diapositive

Deadlines
MaS deel 1 + 3: vandaag inleveren. 


MaS deel 2: volgende week op de dag van de les.

Praktische Opdracht "Maatschappelijk Probleem Analyse": laatste week v mei op de dag vd les.



Slide 18 - Diapositive


Nederland wordt een verzorgingsstaat



  • Na WOII vormden de KVP (katholieken) en PvdA (sociaaldemocraten) de regering
  • KVP wilde dat werknemers en werkgevers meer gingen samenwerken.
  • PvdA pleitte voor meer inkomenszekerheid.
  • Dit resulteerde in de; AOW, Bijstandswet en Arbowet.

Slide 19 - Diapositive