Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1
Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Taak 17 Pruiken en Revoluties
Slide 1 - Diapositive
Wat we doen:
Terugblik Taak 16
Doelstellingen
Start Taak 17
Maken opdracht 1 t/m 3
Instructie 'De Franse Revolutie'
Maken opdracht 4 t/m 8
Instructie 'Romeinse cijfers'
Maken opdracht 9 en 10
Instructie 'Onrust in de Nederlanden'
Maken opdracht 11 en 12
Instructie 'Nieuw bestuur'
Maken opdracht 13 t/m 17
Evaluatie
Slide 2 - Diapositive
Terugblik Taak 16
Enkele vragen...
Slide 3 - Diapositive
De tijd van regenten en vorsten duurde van ..... tot ...... ?
A
1500-1600
B
1600-1700
C
1700-1800
D
1800-1900
Slide 4 - Quiz
Het tijdvak van regenten en vorsten noemen wij in Nederland ook wel?
Slide 5 - Question ouverte
Hoeveel jaar duurt een eeuw?
Slide 6 - Question ouverte
Wat is een kolonie?
A
Gebied in Azië, Amerika, Afrika waar Europeanen de baas zijn.
B
Gebied in Azië, Amerika, Afrika waar de Europeanen handelen
C
Andere namen voor Afrika Amerika en Azië in de Gouden Eeuw
D
Afrikaans slavendorp
Slide 7 - Quiz
Welke handelsvereniging handelden in de slaven?
A
VOC
B
WIC
C
VOC en WIC
Slide 8 - Quiz
Wat is de naam van de Nederlandse kolonie in Zuid-Amerika
A
Nieuw Amsterdam
B
Kaap de Goede hoop
C
Suriname
D
Oost-Indië
Slide 9 - Quiz
Van wie is dit schilderij?
A
Antonie van Leeuwenhoek
B
Rembrandt van Rijn
C
Jan Steen
D
Johannes Vermeer
Slide 10 - Quiz
Wie is geen schilder?
A
Antonie van Leeuwenhoek
B
Rembrandt van Rijn
C
Jan Steen
D
Johannes Vermeer
Slide 11 - Quiz
Hoe werden in de Gouden Eeuw de bestuurders van ons land genoemd?
A
Ministers
B
Vorsten
C
Wetenschappers
D
Regenten
Slide 12 - Quiz
Doelstellingen:
Je weet wat er gebeurd is tijdens de Franse Revolutie.
Je weet wat de patriotten wilden.
Je kent het effect van vraag en aanbod op de prijs.
Je kent de Romeinse Cijfers.
Slide 13 - Diapositive
Wat zien we hier?
Slide 14 - Diapositive
Veranderingen:
De meeste dagen lijken veel op elkaar. Soms zijn er veranderingen. Kleine...nieuwe schoenen, som grote...verhuizing, nieuwe school, iemand overlijdt.
Wanneer er in korte tijd (enkele jaren) grote veranderingen optreden in een samenleving spreken we van een Revolutie.
Slide 15 - Diapositive
Aan de slag!
Maken opdracht 1 t/m 3
timer
1:00
Slide 16 - Diapositive
De Franse Revolutie (1)
Driestandenmaatschappij (Monniken en ridders)
Eerste stand --> geestelijken --> geen belasting
Tweede stand --> edelen --> geen belasting
Derde stand --> boeren en burgers --> belasting
Slide 17 - Diapositive
De Franse Revolutie (2)
Koning Lodewijk XVI gaf (te) veel geld uit aan het hof en oorlogen. De schatkist raakt leeg!
Koning Lodwijk XVI eist een belastingverhoging. Uiteraard betaalt door de derde stand. Dit pikken de boeren en burgers niet. .
Slide 18 - Diapositive
De Franse Revolutie (3)
Boeren en burgers vinden dat er een wet moet komen waarin alle rechten en plichten van alle burgers staan. Ook moet er in staan hoe een land bestuurd wordt en dat ook zij mogen meebeslissen over het land.
Dit noemen we de Grondwet
Slide 19 - Diapositive
De Franse Revolutie (4)
Op 14 juli 1789 werd het leger naar Parijs gestuurd. Toen de boeren en burgers dit hoorden, braken in heel Frankrijk rellen uit.
De Franse Revolutie was begonnen.
Slide 20 - Diapositive
Aan de slag!
Maken opdracht 4 t/m 8 (8 minuten)
timer
8:00
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Romeinse Cijfers
Romeinen gebruiken letters in plaats van cijfers
I = 1
II = 2
V = 5
X = 10
L = 50
C = 100
D = 500
M = 1000
Door te combineren kun je alle getallen maken.
XV = 10 en 5, dus 15
XI = 10 en 1, dus 11
IX = 10 en 1 eraf, dus 9 LXVII = 50 + 10 + 5 + 1 + 1 =67
MCMLXXX = 1000 + (1000-100) + 50 + 10 + 10 + 10
Slide 23 - Diapositive
Aan de slag!
Maak opdracht 9 en 10. ( 5 minuten)
timer
5:00
Slide 24 - Diapositive
Achteruitgang in de Nederlanden
Amsterdam kreeg concurrentie van andere steden.
In de 18e eeuw daalde de hierdoor de welvaart.
Grote bevolkingsgroei doet de vraag naar voedsel stijgen.
Prijzen en werkloosheid stijgt.
Veel mensen moeten gebruik maken van de armenzorgen.
Hierdoor groeit de kritiek op de bestuurders (regenten).
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Aan de slag:
Maken opdracht 11 en 12 (3 minuten)
timer
3:00
Slide 27 - Diapositive
Een nieuw bestuur (1)
Ook in Nederland wilden de boeren net als in Frankrijk mee kunnen beslissen.
De mensen tegen de regering noemen ze de patriotten.
In 1795 kwam het Franse leger de patriotten helpen
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Een nieuw bestuur (2)
De Patriotten en de Fransen stelden een grondwet op:
Iedereen was gelijk, standen worden afgeschaft.
Iedereen had recht op vrijheid, bezit en veiligheid.
Wetten worden gemaakt door het volk zelf.
Waarom is dit belangrijk?
Slide 30 - Diapositive
Sommigen zien de patriotten als bevrijders Anderen zien de patriotten als landverraders
Hoe kan dat?
Slide 31 - Diapositive
Aan de slag:
Maken opdracht 13 t/m 17 (blz. 94 en 95)
timer
7:00
Slide 32 - Diapositive
Vensterplaat : De Patriotten
Online leerlingen ontvangen deze de volgende les.
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
In de 18e ging het minder met Nederlandse welvaart. Hoe kon dit gebeuren?
Slide 35 - Question ouverte
Leg uit waarom de boeren en burgers in Frankrijk en Nederland zo boos waren?
Slide 36 - Question ouverte
De 18e eeuw heeft een ons iets waardevols opgeleverd, wat?