Leesvaardigheid tekstdoelen

Lezen H1.3.
Aan het einde van deze les:
1.Weet je welk tekstdoel een tekst kan hebben:
amuseren-activeren-informeren-
2. Ken je het verschil tussen tekstdoel en tekstsoort
3.Ben je in staat zelf het tekstdoel en de tekstsoort van enkele teksten te bepalen


1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Lezen H1.3.
Aan het einde van deze les:
1.Weet je welk tekstdoel een tekst kan hebben:
amuseren-activeren-informeren-
2. Ken je het verschil tussen tekstdoel en tekstsoort
3.Ben je in staat zelf het tekstdoel en de tekstsoort van enkele teksten te bepalen


Slide 1 - Diapositive

Lezen H1.3
- Tas op de grond.
- Jas uit!
- Tablet in je tas.
- Boek en etui op tafel.
- NIET eten in de klas.

Slide 2 - Diapositive

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 3 - Question ouverte

Tekstdoelen?

  • Wat wil de schrijver bereiken met zijn tekst?


Tekstsoorten?
  • Met wat voor soort tekst wil hij dit bereiken? Hoe presenteert de schrijver zijn doel?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Noem de drie tekstdoelen.

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Wat is het doel van dit gedicht?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Wat is het doel van een recept?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Wat is het doel van dit aanplakbiljet?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Wat is het doel van deze krantenartikelen?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 16 - Quiz

Een tekst kan meerdere tekstdoelen hebben.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Alles op een rijtje:
Tekstdoel 
uitleg
Nieuwsbericht
informeren
De schrijver wil dat de lezen informatie krijgt.
nieuwsbericht, studieboek, verslag..
amuseren 
De schrijver wil dat de lezer plezier heeft. 
mop, strip, 
activeren 
De schrijver wil dat de lezer iets gaat doen. 
advertentie, reclamefolder, affiche 

Slide 18 - Diapositive

Pak je boek! Aan de slag.
Maak opdracht 1 t/m 6. 
Klaar? Zoek een boek om te lezen. 

Slide 19 - Diapositive

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 20 - Carte mentale

Heb je nog een vraag over deze les?

Slide 21 - Carte mentale

Huiswerk
Opdracht 1 t/m 6 afmaken.

Slide 22 - Diapositive