De pv in de tt basis 2

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop en je map voor je.
       Start je Chromebook/ laptop op.
       Log in op www.lessonup.app 
       Je telefoon is in je zakkie en in je tas!
Kern: vakje belangrijk les 4. 6, 14 en 16
Woorden bij de les: les 4, 6, 14 en 16
      

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan wij doen vandaag?
We gaan les 6 en 14 herhalen.
We gaan weer aandacht besteden aan de
persoonsvorm tegenwoordige tijd van
regelmatige en onregelmatige ww.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn werkwoorden?
timer
1:00

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem twee werkwoorden.
timer
0:30

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over de persoonsvorm?
timer
2:00

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De leerlingen maken de opdracht in groepjes.
De pv in deze zin is:
timer
0:30
A
leerlingen
B
groepjes
C
maken
D
de opdracht

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen

1.Je leert de persoonsvorm van regelmatige ww. in de tegenwoordige tijd schrijven.

2.Je leert de persoonsvorm van onregelmatige ww. in de tegenwoordige tijd schrijven.
 

Slide 8 - Diapositive

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Leerdoel 1: regels voor regelmatige werkwoorden in de tt

  • Bij ik schrijf je de ik-vorm
  • Bij jij,je, u, hij, zij schrijf je de ik-vorm +t
  • Bij wij, jullie, zij schrijf je het hele werkwoord

Let op!!!Als jij, je achter de pv staat, schrijf je de ik-vorm: loop jij? Vind jij?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoorbeeld:
Werken
Ik werk           de stam!
Jij, je, u, hij, zij, het werkt             stam +t
Wij, jullie, zij werken              het hele werkwoord

Regelmatige ww. behouden in de tt en de vt dezelfde klank.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De leerling (drinken, tt) een glas water.
timer
0:30
A
drinken
B
drinkt
C
drink

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom (vinden, tt) jij deze les moeilijk?
timer
0:30
A
vind
B
vinden
C
vindt

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kern plus les 6
  • Maak nu opdracht 1, 2 en 3
timer
5:00

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn onregelmatige werkwoorden?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel 2: regels voor onregelmatige werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden houden zich niet aan de regels van de regelmatige werkwoorden.


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onregelmatige werkwoorden
hebben
ik heb - jij hebt - hij heeft -wij hebben

mogen
ik mag - jij mag - hij mag - wij mogen

willen
ik wil - jij wilt - hij wil - wij willen 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onregelmatige werkwoorden
zijn
ik ben - jij bent - hij is - wij zijn

zullen
ik zal - jij zult - hij zal - wij zullen

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onregelmatige werkwoorden
  • Ook sterke werkwoorden zijn onregelmatige werkwoorden.

  • In de tegenwoordige tijd volg je de regels van de regelmatige werkwoorden wel gewoon, maar in de verleden tijd verandert de klank en eindigt het voltooid deelwoord meestal op -en (gelopen, gezwommen, gebroken).

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak opdracht 1 en 2 van Kern plus les 14. 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pak een kaartje uit het doosje en maak een zin met het werkwoord dat daarop staat.
Klik op de spinner
Formatief evalueren

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting van de les.
Klik op de spinner
Formatief evalueren

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk cijfer zou je jezelf geven voor je concentratie tijdens deze les?
010

Slide 22 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem twee dingen die je deze les hebt geleerd.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk in je planner!
Woensdag het 3e uur.

Kern plus les 6 opdraccht 3 en 4
Kern plus les 14 opdracht 3 en 4

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk cijfer zou je mij geven voor deze les?
010

Slide 25 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions