Startlles 2V NOVA 3.1

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Les woensdag 25 oktober 2023

Programma:

•  Toets bespreken
• Start hoofdstuk 3
•  Practicum thermometer ijken.

Je hangt gewichtjes aan een touwtje totdat het touwtje breekt. Welke onderzoeksvraag hoort bij dit experiment?

1. Hoe veel gewichtjes kun je aan het touwtje hangen?
2. Wat is het verband tussen de spankracht en de zwaartekracht?
3. Kun je aan een lang touwtje meer gewichtjes hangen dan aan een kort touwtje?
4. Is er een verband tussen de breeksterkte van het touwtje en de massa van de gewichtjes?

Je ziet dat een houten blokje zinkt in een onbekende heldere vloeistof. Welke conclusie kun je uit deze waarneming trekken?

1. Hout blijft niet drijven in water
2. Het blokje is gemaakt van zwaar hout
3. De onbekende vloeistof heeft een lage dichtheid
4. Het blokje heeft een metalen kern.

Je ziet een laag olie drijven op een laag water. Uit deze observatie kun je meerdere conclusies trekken. Welke is/zijn goed?

1) olie heeft een hogere dichtheid dan water
2) olie lost niet op in water.
3) water heeft een hogere dichtheid dan olie.
4) een mengsel van olie en water is een oplossing.

1. 1 en 4
2. 2 en 4
3. 2 en 3
4. 1 en 3

Je leegt 45 emmers water in een grote teil. Elke emmer bevat 10 L water. Hoe veel kubieke meter water zit er nu in de teil?

1. 450
2. 0,45
3. 4,5
4. 45000

Je legt een steen met een massa van 67 gram in een maatcilinder. Hierdoor stijgt het water in de maatcilinder met 28 mL.
Wat is de dichtheid van de steen?

1. 2,4 g/mL
2. 0,41 g/mL
3. 2,4 g/L
4. 0,41 g/L

Als je de snelheid van een auto wil meten kun je de volgende meetinstrumenten van school gebruiken:

1. Een stopwatch en een snelheidsmeter
2. Een stopwatch en een lineaal
3. Een snelheidsmeter en een lineaal
4. Alleen een stopwatch.

Bekijk de afbeelding:
De wolk bestaat uit:

1. water
2. vaste stof
3. gas

Bekijk de afbeelding:

De "strepen" bestaan uit:

1. waterdruppels
2. waterdamp
3. ijskristallen

Over het filmpje zijn een aantal uitspraken gedaan. Welke is / zijn juist?

1) de “rook” uit je mond als het vriest is waterdamp
2) de condens in de douche is waterdamp
3) wolken zijn kleine waterdruppels
4) stollen is hetzelfde als bevriezen.

1. 1, 2 en 4
2. 2 en 3
3. 3 en 4
4. 1, 3 en 4

Welke waarneming is ONjuist?

1) ik zag het ijs smelten.
2) ik zag de condens op het raam.
3) ik zag de damp omhoog gaan.

1. Waarneming 1 en 2
2. Waarneming 2 en 3
3. Waarneming 3
4. 1, 2 en 3 zijn alle drie juist.