3.4 Uitscheiding 3V 2324

BS 3.4 

Uitscheiding
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

BS 3.4 

Uitscheiding

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 3.4
☐ Je kunt beschrijven welke organen betrokken zijn bij de uitscheiding van afvalstoffen.
☐ Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.


Slide 2 - Diapositive

Functie bloed/ bloedvaten
Voert afvalstoffen af van de organen (cellen) waar ze worden geproduceerd naar de organen waar ze je lichaam verlaten. 


Slide 3 - Diapositive

Uitscheiding
Het verwijderen van stoffen uit je lichaam die ooit in je bloed/ cellen zaten. Gaat vaak om afvalstoffen.

Voorbeelden: CO2, urine, enz.

Slide 4 - Diapositive

Uitscheiding - organen
Verschillende organen zijn betrokken bij het uitscheiden van afvalstoffen:
* Longen voor CO2
* Nieren voor urine (afbraakstoffen, overtollige stoffen).
De nieren zijn de belangrijkste uitscheidingsorganen.

Zweetklieren doen ook aan uitscheiding (water en zouten).

Slide 5 - Diapositive

De nieren
In de nieren wordt het bloed gezuiverd.
Van de nierslagaders komt er bloed in de nieren, de nieren halen er de stoffen uit die je niet meer wil, via de nierader verlaat gezuiverd bloed je nieren.

De urine gaat via de urineleider naar de (urine)blaas en via de urinebuis/plasbuis naar buiten.

Slide 6 - Diapositive

De nieren

Slide 7 - Diapositive

De nieren

Slide 8 - Diapositive

De nieren
Nierschors en niermerg maken de urine.

Slide 9 - Diapositive

De nieren
Nierbekken verzamelt de urine.

Slide 10 - Diapositive

De blaas

Slide 11 - Diapositive

Leerdoelen 3.4
☐ Je kunt beschrijven welke organen betrokken zijn bij de uitscheiding van afvalstoffen.
☐ Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.


Slide 12 - Diapositive

Huiswerk - zie studieplanner

Slide 13 - Diapositive