Lezen H3 en H4 Nieuw Nederlands

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Vul het standpunt aan en geef twee argumenten:
Ik vind online onderwijs..., omdat/want... en omdat/want...

Opdracht 5, vraag 5: wat is het standpunt van de auteur?

Opdracht 5, vraag 7: Aan welke signaalwoorden herken je die drie argumenten?

1

2

3

4

5

Hoofdstuk 4

blz 112

Startopdracht: Zet de zinnen in de goede volgorde

weerleggen

In een betoog geef je argumenten om je standpunt te onderbouwen. Iemand die het niet met je eens is, kan deze argumenten weerleggen.

Hij geeft dan aan dat jouw argument niet klopt. Hij geeft dan tegenargumenten

Je kan in je eigen betoog ook al argumenten geven van iemand die het niet met je eens is en deze tegenargumenten vervolgens weerleggen.

https:

Opdracht 1, vraag 1: Wat is het onderwerp van de tekst

Opdracht 1, vraag 3: wat wordt er bedoeld met aanleiding?

Vraag 3: wat is de aanleiding?

Vraag 4: wat is het excuus van de vriend? Hij......., want.......

Vraag 5: Aan welk signaalwoord kun je zien waar haar weerlegging begint?

Vraag 6: wat is het standpunt. dus wat vul je in bij a?

Hoe wordt dit ondersteund? Dit was het argument? Wat schrijf je bij b?

Hoe wordt het argument ondersteund? Dus wat schrijf je bij c?

Vraag 8: Geef twee voorbeelden uit alinea 4

Wat is het belangrijkste doel van de tekst?

Huiswerk voor donderdag

Maken opdracht 2 en 4, blz 114-117