H5 taalverzorging _ bijvoeglijk naamwoord

H5 taalverzorging 
bijvoeglijk naamwoord

Log in met je EIGEN naam!
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

H5 taalverzorging 
bijvoeglijk naamwoord

Log in met je EIGEN naam!

Slide 1 - Diapositive

Vorige les
SO woordenschat h3, h4 en h5

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel
Je kunt een bijvoeglijk naamwoord benoemen

Herhalen
Je kunt een lidwoord benoemen 
Je kunt een zelfstandig naamwoord benoemen

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je nog over een zn?

Slide 4 - Carte mentale

Zelfstandig naamwoord (Herhalen)
Woord voor een mens, dier, ding, plant of naam

Je kunt er een lw voor zetten.

Slide 5 - Diapositive

Het mandje zat vol met paaseieren en chocoladekonijntjes.
Het =
A
LW
B
ZN
C
WW

Slide 6 - Quiz

Het mandje zat vol met paaseieren en chocoladekonijntjes.
mandje =
A
LW
B
ZN
C
WW

Slide 7 - Quiz

Het mandje zat vol met paaseieren en chocoladekonijntjes.
zat =
A
LW
B
ZN
C
WW

Slide 8 - Quiz

Het mandje zat vol met paaseieren en chocoladekonijntjes.
paaseieren =
A
LW
B
ZN
C
WW

Slide 9 - Quiz

Het mandje zat vol met paaseieren en chocoladekonijntjes.
chocoladekonijntjes =
A
LW
B
ZN
C
WW

Slide 10 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord (bn)
- Zegt iets over een zn
- Staat meestal voor een ZN
- Kan er ook achter staan

De lekkere chocoladekonijntjes
De chocoladekonijntjes zijn lekker



Slide 11 - Diapositive

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
zegt van welk materiaal iets gemaakt is: 

een zilveren oorbel
een plastic emmer.
een chocolade ei

Slide 12 - Diapositive

De kleurrijke paaseieren lagen verstopt in de tuin,
Wat is het bn?

Slide 13 - Question ouverte

klaar om gevonden te worden door de enthousiaste kinderen.
Wat is het bn?

Slide 14 - Question ouverte

De gezellige paasbrunch werd opgesierd met bloemen en decoraties.

Slide 15 - Question ouverte

Startopdracht (zelfstandig)
timer
3:00

Slide 16 - Diapositive

Maken
H5 bijvoeglijk naamwoord: opdr. 1, 2 ,3, 5 en 6

Klaar?
- Maak een zin met 1 bijvoeglijk naamwoord. Stuur mij deze via Teams. 
- Bekijk het nieuws op het Jeugdjournaal

Slide 17 - Diapositive

Deel 2

Slide 18 - Diapositive

Start lezen (10 minuten)

Slide 19 - Diapositive

Vorige les
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Werkwoord
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 20 - Diapositive

Leerdoel
Je kunt een bijvoeglijk naamwoord benoemen

Herhalen
Je kunt een lidwoord benoemen 
Je kunt een zelfstandig naamwoord benoemen

Slide 21 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord (bn)
- Zegt iets over een zn
- Staat meestal voor een ZN
- Kan er ook achter staan

De lekkere chocoladekonijntjes
De chocoladekonijntjes zijn lekker



Slide 22 - Diapositive

Klassikaal
Opdracht 1A

Slide 23 - Diapositive

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
zegt van welk materiaal iets gemaakt is: 

een zilveren oorbel
een plastic emmer.
een chocolade ei

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive