1BBK 3.3 Planten

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begintaak 
Er zijn verschillende soorten skeletten. 
1. Schrijf ze op
2. Noem bij elk een voorbeeld



Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begintaak antwoorden
Inwendig skelet, bijvoorbeeld mens of tijger

Uitwendig skelet, bijvoorbeeld slak of insect

Geen skelet, bijvoorbeeld worm of kwal

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn regels
  • Je komt rustig binnen en gaat zitten
  • Je jas en oortjes doe je uit, capuchon en pet doe je af
  • Je pakt je boek en je pen
  • Je eet en drink niet in de klas (flesje water mag wel)
  • Snitchen doen we niet 
  • Je praat niet door mij of anderen heen
  • Laat het mij weten als er een probleem is (maar graag niet door de les heen)

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema 3
3.1 Organismen ordenen
3.2 Dieren
3.3 Planten
3.4 Schimmels
3.5 Bacteriën

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten.


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planten
Rijk: planten

Cellen:
  • Celkern
  • Bladgroenkorrels
  • Celwand


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ordening
Planten deel je in twee groepen op basis van de manier van voortplanten

Twee groepen:
  • Sporenplanten
  • Zaadplanten

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Lien

Tot 8:20
Welk celkenmerk hebben alleen planten?
A
Celwand
B
Vacuole
C
Bladgroenkorrels
D
Celkern

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 3 onderdelen hebben bijna alle planten?

Slide 11 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Zaadplanten
Hebben wortels, stengels, bladeren en bloemen.

Voortplanting vind plaats met zaden.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Voortplanting zaadplanten
Zaadplanten hebben bloemen, 
waaruit vruchten met zaden 
ontstaan.
Uit een zaad kan weer een 
nieuwe plant groeien.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sporenplanten
  • Hebben wortels, stengels en bladeren maar geen bloemen.

  • Planten zich (net zoals schimmels) voort doormiddel van sporen. 

  • We verdelen sporenplanten weer verder in mossen en varens

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sporen
Enkelvoud = Spore

<- Mos
Mosplantjes groeien erg dicht bij elkaar en hebben "sporendoosjes" op steeltjes.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sporenhoopjes
Een varen is ook een sporenplant en is goed te herkennen aan de bladeren.

De sporen ontstaan in de sporenhoopjes aan de onderkant van de bladeren.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken en lezen:
Lezen blz. 170 t/m 172
Maken opdracht 1, 2 en 4

Verdieping: 
opdracht 6 t/m 9






De volgende les

3.4 Schimmels



Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten.


Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eindopdracht
Je kiest een organisme uit een lijst.
Je krijgt een opdracht en zoekt informatie over het dier:
  • Indeling
  • Cel-kenmerken
  • Uiterlijke kenmerken
  • Eten
  • Leefomgeving
  • Voortplanting
  • Verdedigen tegen vijanden
  • Interessante feitjes


Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions