Laagland: Uitleg teksteigenschappen + fictie en literatuur

Uitleg Laagland: teksteigenschappen + fictie en literatuur 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Uitleg Laagland: teksteigenschappen + fictie en literatuur 

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel: ik weet wat teksteigenschappen zijn en weet wat fictie en literatuur is 

Slide 2 - Diapositive

Teksteigenschappen 
Je kan bijvoorbeeld kijken naar: 

- tekstdoel
- tekstsoort
- tekstvorm 

Slide 3 - Diapositive

Non-fictie
- tekstdoel is duidelijk
- waar of niet waar? 

Slide 4 - Diapositive

Fictie
- geen doel 
- geen werkelijkheid 
- lezer creëert 'wereld in woorden' (mooi hè!) 

Slide 5 - Diapositive

Literaire teksten
- Er zijn fictionele teksten waaraan veel waarde wordt gehecht, dit noem je literatuur 

- proza
- gedicht
- toneel 

Slide 6 - Diapositive

0

Slide 7 - Vidéo

Functies en doelen van het literatuuronderwijs 
Theo Witte - de kunst van het onderwijzen (2018) 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Hoe sta jij tegenover onze wereld in beweging? Schaal je in op een 7-puntsschaal (van links pessimist via realist in het midden tot optimist rechts)

Slide 12 - Carte mentale

Slide 13 - Vidéo

Schaal het lied in op een 7-puntsschaal (van links pessimist via realist in het midden tot optimist rechts)

Slide 14 - Carte mentale

Slide 15 - Vidéo

Schaal het lied in op een 7-puntsschaal (van links pessimist via realist in het midden tot optimist rechts)

Slide 16 - Carte mentale

Slide 17 - Vidéo

Schaal het lied in op een 7-puntsschaal (van links pessimist via realist in het midden tot optimist rechts)

Slide 18 - Carte mentale

Wat hebben de teksten met elkaar gemeen?

Slide 19 - Carte mentale

Weektaak 
- Formuleren paragraaf 3
- Formuleren paragraaf 4
- Laagland
opdr. 1 (vraag 1 en 2)
opdr. 2 (samenvatting maken)
opdr. 3
opdr. 6 (vraag 1 t/m 4)
opdr. 8
opdr. 9 (vraag 2,3,4)
opdr. 10

Slide 20 - Diapositive