7.6: Chemisch rekenen

• Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 4

7.6: Chemisch rekenen

Machten van 10

In de scheikunde (en natuurkunde) werken we met machten van tien. 

Waarom? Sommige getallen zijn zó groot, of zó klein, dat het veel werk wordt om iets op te schrijven. 

Machten van 10

10³ = 1 000

10 x 10 x 10 = 1 000

10⁶ = 1 000 000

10 x 10 x 10 x 10 x 10 x 10 = 1 000 000

10^-2 = 0,01

1 / 100 = 0,01

Oefensommen

0,85 km	.... mm
0,38 m	.... dam
0,98 km	.... m
50 cm^2	.... mm^2
5000 dm^3	.... km^3
30 hPa	.... Pa
5 L	.... dm^3

Oefensommen

0,85 km	850 000 mm
0,38 m	.... dam
0,98 km	.... m
50 cm^2	.... mm^2
5000 dm^3	.... km^3
30 hPa	.... Pa
5 L	.... dm^3

Significante cijfers

Als we dingen meten of berekenen, dan doen we dat met een bepaalde nauwkeurigheid. De nauwkeurigheid kan je inschatten aan de hand van de meetwaarden.

De getallen die we gebruiken in onze meetwaarde noemen we de significante cijfers.

Vermenigvuldigen/delen

Wat komt hier uit?

2536 : 56 = ???

Wat komt hier uit?

2536 : 56 = 45

45, want het getal met de kleinste significantie heeft 2 significante getallen!

Plussen en minnen

Wat komt hier uit?

98,653 - 1,1 = ???

Wat komt hier uit?

98,653 - 1,1 = 97,6

Want 1,1 heeft maar 1 kommagetal, dus het antwoord krijgt ook maar 1 komma getal.