H3 Vreemd vermogen van NV

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Welkom 5V

H3 Vreemd vermogen van een NV

Wat is het vreemd vermogen?

1. Kapitaal dat de eigenaar zelf meeneemt
2. Kapitaal dat door anderen is verstrekt
3. De privé spaarrekening van de eigenaar
4. De aandelen van een eenmanszaak

Wat is het verschil tussen kort vreemd vermogen en lang vreemd vermogen?

1. Kort vreemd vermogen is binnen 1 jaar terugbetaald.
2. Lang vreemd vermogen is binnen 1 jaar terugbetaald.
3. Kort vreemd vermogen is binnen 1 week terugbetaald.
4. Lang vreemd vermogen is na 2 jaar nog niet terugbetaald.

Lang vreemd vermogen

> hypothecaire lening

> onderhandse lening

> achtergestelde lening

> voorzieningen lange termijn (3.3)

> leasen (3.4)

> obligatielening (3.5)

Hypothecaire lening

Een hypothecaire lening is een langlopende lening met onroerend goed als onderpand.

Onderhandse lening

Lang lopende lening

Persoonlijk contact tussen geldgever en geldnemer. 

Eén geldverstrekker (vaak vader/zoon, tussen vrienden etc.)

Voor ondernemingen ideaal, omdat omvang en voorwaarden kunnen worden afgestemd op waar behoefte naar is. 

Onderhandse lening = achtergestelde lening

Een onderhandse lening wordt vaak als achtergestelde lening verstrekt. Wat houdt dit in?

--> Hoeft pas terugbetaald te worden als alle andere schulden zijn terug betaald.

Kort vreemd vermogen

> rekening courant krediet

> leverancierskrediet

> afnemerskrediet

> voorzieningen korte termijn (paragraaf 3.3)

> aflossing van schuld binnen 1 jaar

> schulden wegens belasting/sociale verzekeringen (te betalen dividendbelasting/vennootschapsbelasting/btw etc.)

> koop op afbetaling/huurkoop

Waar hoort een
banklening voor 10 jaar bij?

1. Eigen vermogen
2. Vreemd vermogen lang
3. Vreemd vermogen kort
4. Geen van deze drie

Een hypothecaire lening staat onder
het kopje

1. Vreemd vermogen lang
2. Vreemd vermogen kort

Wat is geen voorbeeld van vreemd vermogen kort?

1. Afnemerskrediet/ leverancierskrediet
2. Rekening-courant krediet
3. Af te dragen BTW
4. Banklening van 2 jaar

Voorzieningen behoren ook tot het VV

Wat zijn voorzieningen?

> Voorzieningen zijn geen schulden; maar het zijn toekomstige uitgaven waarvan de omvang en het tijdstip onbekend zijn. 

Toekomstige 'verliezen'  worden naar voren gehaald en de huidige kosten nemen dus toe. 

Voorzieningen 

• Een voorziening wordt gevormd om aan een toekomstige verplichting, waarvan de omvang en het tijdstip niet bekend zijn, te kunnen voldoen. De hoogte van de verplichting wordt in redelijkheid ingeschat. 
• Een voorziening wordt gevormd om de kosten (gelijkmatig) te spreiden
  over de verschillende perioden.
• Indeling voorziening: vreemd vermogen.
• Voorbeelden: garantievoorziening en voorziening onderhoud, pensioenvoorziening. 
  

 Voorzieningen

• Kort: Garantievoorziening (vaak % omzet) Garantietermijn van fabriek meestal 1 jaar

• Kort: Onderhoudsvoorziening ( bijv. % aanschafwaarde gebouw) onderhoud en reparatie vinden normaal elk jaar plaats. 

• Lang: Pensioenvoorziening  >> pensioen in eigen beheer = vrijwel altijd aparte stichting en niet binnen de onderneming geregeld
  

Leasen (vreemd vermogen)

• Operational lease
  
• Financial lease

Leaseconstructies

Financial Leasing <------------------------> Operational Leasing

na afloop eigenaar                                         na afloop geen eigenaar

onderhoud voor huurder                    onderhoud voor verhuurder

verzekering voor huurder                      verzekering voor verhuurder

lagere leaseprijs                                                         hogere leaseprijs

Bestuderen en maken:

paragraaf 3.0 t/m paragraaf 3.4

Obligatielening = schuldbewijzen van een NV

Een obligatielening is een geldlening op langere termijn die 

in kleinere bedragen is opgesplitst. 

Een obligatie is een bewijs van deelneming in een geldlening.

Obligaties

- beneden pari: koers is lager dan de nominale waarde

( rente op obligatie < marktrente )

- a pari: koers is gelijk aan de nominale waarde

- boven pari: koers is hoger dan de nominale waarde

( rente op obligatie > marktrente )