417AK - Artikel schrijven

Een artikel schrijven !
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Een artikel schrijven !

Slide 1 - Diapositive

Opbouw van een artikel 
Pakkende titel 

Inleiding: hier introduceer je het onderwerp en schrijf je waarom je dit stuk schrijft (aanleiding)

Middenstuk: schrijf over elk deelonderwerp één alinea. Gebruik signaalwoorden.

Slot: hier geef je een conclusie of korte samenvatting. 

Slide 2 - Diapositive

Stap 1

Maak een schrijfplan.

Slide 3 - Diapositive

Vooraf  bedenken
  • Tekstdoel bepalen 
  • Onderwerp en de hoofdgedachte van je tekst 
  • Doelgroep, taalgebruik , 
  • Informatie verzamelen
  • Volgorde (van de) deelonderwerpen
  • Opbouw: titel, inleiding, middenstuk, slot

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Stap 2

Noteer zo veel mogelijk steekwoorden.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Stap 3

Schrijf de kernzin 
in jouw inleiding.
Maak gebruik van steekwoorden.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Stap 4

Schrijf kernzinnen in 
jouw middenstuk.
Maak gebruik van steekwoorden.

Slide 10 - Diapositive

Denk aan de signaalwoorden!


ten eerste, om te beginnen,
ten tweede, ook, vervolgens, ten slotte,.....

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Stap 5

Schrijf de kernzin in jouw slot.
Maak gebruik van steekwoorden.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Stap 6

  • Voeg je inleiding, middenstuk en slot samen
  • Vul per alinea belangrijke informatie en voorbeelden aan

Slide 15 - Diapositive

Stap 7

Geef je artikel 
een pakkende titel

Slide 16 - Diapositive

Stap 8

Controleer je artikel op 
taalfouten en spelfouten

Slide 17 - Diapositive

Stap 9

Voeg je naam onderaan het artikel toe

Slide 18 - Diapositive

Vragen?

Slide 19 - Diapositive

Als je een stukje in een schoolkrant moet schrijven of een verslag moet maken, dan kijk je eerst:
-Voor welke doelgroep het is. Meestal schrijf je voor medestudenten of voor een informeel publiek.
-Je kijkt vervolgens goed wat het doel is van je schrijfproduct. Informeren? Overtuigen? Amuseren?
-Ook let je op de lay-out: je zorgt voor een titel, inleiding, tussenkopjes en witregels.


MIJN EERSTE WERKDAG
In dit verslag zal ik iets vertellen over mijn eerste werkdag op mijn stage.
…………………………………………………………………
..........................................................................

De dagelijkse werkzaamheden
…………………………………………………………………
.........................................................................
De afdeling
………………………………………………………………….
.............................................................................
Wat ik heb geleerd
………………………………………………………………….
..............................................................................

 

Slide 20 - Diapositive

Advies
Maak niet al te ingewikkelde zinnen.
Gebruik woorden die je kent.
Kijk goed of alles uit de opdracht ook echt in jouw schrijfproduct staat. (Gebruik dezelfde woorden/zinnen, dan maak je ook geen fouten).
Denk niet eindeloos lang na, begin gewoon met schrijven en ga pas kritisch nakijken als je klaar bent. 

Slide 21 - Diapositive

Kritisch nadenken
Is het doel duidelijk en ontbreekt er inhoudelijk niets?
Heb je de komma’s op de juiste plek geplaatst?
Begint elke zin met een hoofdletter?
Is de werkwoordspelling correct?
Heb je woorden los geschreven die eigenlijk aan elkaar geschreven moeten worden?

Slide 22 - Diapositive

Opdracht:
Jij werkt bij de redactie van een schoolkrant. Aan jou is gevraagd om iets te schrijven over vrijwilligerswerk. Dat komt goed uit, want jij zet je al jaren in als vrijwilliger. Vertel iets over het vrijwilligerswerk wat je in het weekend doet. Je mag zelf verzinnen wat dat voor werk is. Noem twee voordelen van vrijwilligerswerk doen. Vertel iets over een gebeurtenis die je altijd is bijgebleven. Noem ook een nadeel van vrijwilligerswerk en weerleg dat nadeel. Sluit af met een tip voor je medestudenten.

Slide 23 - Diapositive