Dag 4

Woorden
Thema 13:  Vriendschap
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
ISKVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Woorden
Thema 13:  Vriendschap

Slide 1 - Diapositive

gewoon
  • normaal
  • zin: Schoenen uitdoen in huis, is voor veel mensen heel gewoon

Slide 2 - Diapositive

gezellig
  • leuk, fijn, meestal iets wat je samen met andere mensen doet
  • zin: Samen eten vind ik heel gezellig

Slide 3 - Diapositive

goed
  • goed <----> slecht 
  • goed <----> fout
  • zin: "Hoe gaat het met je?" "Goed, met jou ook?"
  • zin: Hij schrijft alle woorden goed in zijn schrift.

Slide 4 - Diapositive

halen
  • ergens naartoe gaan en iets of iemand meenemen
  • halen <---> brengen
  • werkwoord
  • ik haal - wij halen
  • zin: Ik haal boodschappen bij de Aldi. 

Slide 5 - Diapositive

hangen
  • hangen aan = vastzitten en niet de grond raken 
  • werkwoord
  • ik hang - wij hangen
  • zin: De was hangt aan de lijn.
  • zin: Het schilderij hangt aan de muur.

Slide 6 - Diapositive

hebben
  • ik heb een fiets = de fiets is van mij
  • werkwoord
  • ik heb - wij hebben
  • zin: Ik heb een broer en een zus. 

Slide 7 - Diapositive

Zeen ................. schoenen aan.
Hij en ik .................. schoenen aan.
4
A
hebt heben
B
heeft zijn
C
heeft hebben
D
heb hebben

Slide 8 - Quiz

Ik heb het ........... gedaan.
Het is heel ................. hier.
4
A
goed gewoon
B
gewoon gezellig
C
gewoon goed
D
goed gezellig

Slide 9 - Quiz

4
timer
1:30
Wat vind jij gezellig?

Slide 10 - Carte mentale

4
Wat hoort bij elkaar?
hangen
gezellig
goed

Slide 11 - Question de remorquage

Ik doe niet gek. Ik ben heel ..........
Hij doet een beetje raar.
Hij is heel ..............
4
A
gewoon gewoon
B
eerlijk gewoon
C
gewoon gek
D
gewoon gezellig

Slide 12 - Quiz

Maak een zin.
Werkwoord: halen
jij
4

Slide 13 - Question ouverte

Hij en ik .............. veel eten.
Zij ................... lekker eten.
........ jij eten?

4
A
haal halen haal
B
haalt halen haal
C
halen haalt haal
D
haal haalt haal

Slide 14 - Quiz