Nederlands 2k H5 en H4 Lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Nederlands 2k H5 Lezen

Leerdoelen:

Je kunt de bron van een tekst vinden

Je kunt zien of een tekst bedoeld is om te overtuigen of te informeren

Je kunt beoordelen of een tekst betrouwbaar is

H5 Lezen

De bron van een tekst vind je meestal onderaan de tekst

H5 Lezen

Doel overtuigen? => mening van de schrijver en argumenten

Doel informeren? => feiten 

H5 Lezen

Opdracht: Geef aan of het een feit of een mening is

(Opdracht krijg je van de docent)

H5 Lezen

Is een tekst betrouwbaar?

Lezen: theorie uit boek (p. 116)

H5 Lezen

Maken opdracht 4 (p. 119)

Klaar? => opdrachten nakijken

Daarna in je eigen boek lezen

H5 Lezen

Even samenvatten:

Is wat je leest echt waar?

Waar komt de tekst vandaan?

Wat wil de schrijver? 

Staan er feiten of meningen in de tekst?

Planning lezen

Deze week H4 Lezen

Volgende week herhalen en oefenen

12 juni toets Lezen H4, H5 en H6

H4 Lezen

Leerdoelen:

Je leert wat het verschil is tussen feiten, meningen en argumenten

Je leert meningen herkennen en begrijpen

H4 Lezen

Een feit kun je controleren.

Voorbeeld: Deze school heeft 1802 leerlingen.

Een mening is wat iemand vindt. Je kunt het ermee eens of oneens zijn.

Voorbeeld: Ik vind dit een leuke school.

Een argument is een onderbouwing van een mening.

Voorbeeld: Ik vind dit een leuke school, want er worden veel leuke activiteiten georganiseerd.

H4 Lezen

Wat ga je doen?

Lezen theorie p. 90

Maken startopdracht en opdracht 1 en 2 en 3 uit H4 Lezen

Klaar?=> 

Opdrachten van H5 lezen afmaken als je die nog niet af hebt (1, 2 en 4)

Heb je alles klaar?=> Lezen in je eigen boek

H4, H5, H6 Lezen 

Even telefoon pakken voor een quiz

De lay-out van een tekst is

1. de inleiding
2. de opmaak
3. de afbeeldingen
4. het slot

Een tekst met alleen feiten is bedoeld om te

1. amuseren
2. overtuigen
3. informeren
4. instrueren

De bron van een tekst vind je meestal

1. in het slot
2. in de inleiding
3. onder een afbeelding
4. onderaan de tekst

Aan welk van de onderstaande signaalwoorden herken je een argument?

1. want
2. vervolgens
3. volgens
4. doordat

Schrijf één ding op wat je vandaag hebt geleerd

Volgende les H4 Lezen afronden

Toets over H4, H5 en H6 Lezen op maandag 5 juni

Fijne dag!

H4 vervolg

We gaan nog even verder over feiten, meningen en argumenten

We kijken een filmpje

Daarna  klassikaal teksten lezen en opdracht 4, 5 en 6 maken

Toets: 12 juni

Nieuwsbegrip 25 mei

Influencers overtreden regelmatig reclameregels

Klassikaal Nieuwsbegrip kijken

Basisles

Woordenschat 

Squalaquiz