1e les Frans

• Frans
• MBO
• Studiejaar 4

(1e) les Frans

Bienvenue!

Welke woorden/zinnen ken je al in het Frans?

Lesdoelen:

• Ik weet de persoonsvormen in het Frans

• Ik kan groeten in het Frans

• Ik ken de veel gebruikte werkwoorden: zijn, hebben, willen, praten, houden van😊

• Ik kan (netjes) eten en drinken bestellen bij de bakker en in een restaurant/bar

• Ik kan tot 20 tellen en de tijd vertellen en vragen

• Ik kan mezelf voorstellen en kan mijn naam spellen

Welke Franse woorden hoor je in het volgende liedje?

En welke Franse woorden hoor je in dit liedje?

Persoonsvormen

Ik: Je (sju)

Jij: tu (tuu)

Zij; elle (ell)

Hij: il (iel)

Wij; nous (noe)

Jullie/u vous (voe)

Zij mv Elles/Ils (ell iel)

Regelmatige werkwoorden

Regelmatige werkwoorden eindigen altijd met -er bijvoorbeeld écouter (luisteren).

J’écoute (ik luister)

Tu écoutes (jij luistert)

Il/elle écoute (hij/zij luistert)

Nous écoutons (wij luisteren)

Vous écoutez (jullie luisteren/u luistert)

Ils/elles écoutent (zij luisteren)

Hoe zou je het volgende schrijven: jullie praten (parler) Frans?

1. Tu parles francais
2. Vous parle francais
3. Ils parlent francais?
4. Vous parlez francais

Onregelmatig werkwoord être (zijn)

Je suis (ik ben)

Tu es (jij bent)

Il/elle est (hij/zij is)

Nous sommes (wij zijn)

Vous etes (jullie zijn)

Ils/Elles sont (zij mv zijn)

Avoir (hebben)

J`ai (ik heb)

Tu as (jij hebt)

Il elle a (hij/zij heeft)

Nous avons (wij hebben)

Vous avez (jullie hebben/u heeft)

Ils/elles ont (zij hebben)

Ontkenningen

Spreekt u frans? Nee, ik spreek geen frans

Parlez-vous français? Non, je ne parle pas français

Opdrachten

Lees de reader en maak de opdrachten uit de reader

Video opdracht

1. Jullie beginnen met een begroeting en stellen je voor

2. Je geeft aan welk onderwerp je gaat behandelen

3. Jullie komen per onderwerp allemaal aan het woord/en aan het filmen

4. Eerst schrijven jullie het script helemaal uit

5. 1 iemand filmpt de scène

6. Je laat dingen zien, legt iets uit en benoemt dingen in het Frans

7. Doel is dat we allemaal woordenschat leren over jouw onderwerp

8. Je sluit de video netjes af

9. De video duurt minimaal 2 minuten

10. Er wordt alleen Frans gesproken

11. Je krijgt hiervoor 10 minuten de tijd per onderwerp (voor 2 filmpjes)

12. Na elke 10 minuten rouleer je naar een ander groepje.

13. Upload jouw filmpje in de aangegeven Teamstegel. Kies hiervoor de leukste/beste van de 2 filmpjes

De onderwerpen

1. Inchecken bij een hotel (1 persoon checkt haar/zijn kind en haar/partner in, 1 is de front office medewerker, 1 filmt)

2. Iets bestellen bij de bakker (1 persoon is de verkoper, 1 personen bestelt meerdere dingen, 1 filmt)

3. Jezelf voorstellen aan iemand. Waar woon je?/ hoe oud ben je ?etc. Daarna wissel je van rol. 1 persoon filmt

4. Eten en drinken bestellen in het restaurant (1 iemand bedient, 2 gasten, 1 iemand filmt)

5. Iemand aanspreken om de weg te vragen. 1 toerist, 1 Française, 1 filmt (3 personen). Ook vraag je de tijd.

Hoe vond je deze les?

😒🙁😐🙂😃

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Le fin

Merci pour votre attention!