Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
Proeftoets H.1 Procenten
Slide 1 - Diapositive
Bereken 3/4 deel van 160. Typ hier alleen je antwoord.
Slide 2 - Question ouverte
In een appel zit 82 % vocht. Een appel weegt 180 gram. Mark heeft 12 appels. Uit hoeveel gram vocht bestaan deze appels totaal ? Geef je antwoord op 1 decimaal.
Slide 3 - Question ouverte
Op een liter melk krijg je een prijsverlaging van 3,5 %. De melk kostte eerst €1,89. Hoeveel kost de melk na de pijsverlaging ?
Slide 4 - Question ouverte
Een PS4 kost exclusief BTW €195. Hoeveel is de prijs van de PS4 inclusief de BTW? De BTW is 21 %.
Slide 5 - Question ouverte
De huurprijs van huizen wordt verhoogd. Eerst was de huurprijs €621 per maand. Nu wordt dat €635 per maand. Met hoeveel procent is de huurprijs gestegen ?
Slide 6 - Question ouverte
Hoe schrijf je 3,75 miljard met alleen cijfers?
A
3.750.000
B
3,750000000
C
3.750.000.000
D
3.750.000.000.000
Slide 7 - Quiz
Bereken en typ je antwoord in alleen cijfers: 2,5% van 6,3 miljoen
Slide 8 - Question ouverte
Vorig jaar had Europa 7,4 miljard inwoners. Dit jaar zijn dat 7,7 inwoners. Met hoeveel procent is het aantal inwoners van Europa gestegen?
Slide 9 - Question ouverte
Van alle derdeklassers komt 35% met de fiets naar school. Dat zijn 40 leerlingen. Hoeveel derdeklassers zijn er?
Slide 10 - Question ouverte
Een fiets is 8% goedkoper geworden. De prijs is nu €375. Wat kostte die fiets eerst ?
Slide 11 - Question ouverte
Hoeveel is 7,4 promille van 400.000?
A
296
B
296.000
C
29.600
D
2960
Slide 12 - Quiz
Henk heeft een alcohol-promillage van 1,7 in zijn bloed. Henk heeft 6 liter bloed. Hoeveel mL alcohol heeft Henk in zijn bloed ?
Slide 13 - Question ouverte
Kees zet €300 op zijn rekening. Hij krijgt 4,5 % rente per jaar. Om uit te rekenen hoeveel euro er na een bepaald aantal jaren op zijn rekening staat kun je een exponentiële formule gebruiken. Welke formule is juiste?
A
Bedrag=300∗0,45t
B
Bedrag=300∗1,045t
C
Bedrag=300+1,045t
D
Bedrag=300∗0,045t
Slide 14 - Quiz
Wat is de groeifactor na een stijging van 15%?
Slide 15 - Question ouverte
Wat is de groeifactor na een daling van 12%?
Slide 16 - Question ouverte
Het aantal meisjes dat op voetbal zit neemt jaarlijks met 4,8 % toe. In 2022 zaten er 175.000 meisjes op voetbal in Nederland. Hoeveel meisjes zullen er in 2028 op voetbal zitten ?
Slide 17 - Question ouverte
In 2020 woonden er in Japan 127 miljoen mensen. De bevolking neemt jaarlijks met 0,6% af. Hoeveel inwoners heeft Japan dan in 2040 ?