Eerste les 2021: Politiek P1

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Heb je nog goede voornemens?
A
Nee, ik vind m'n leven wel prima zo
B
Nee, ik hou me er toch niet aan
C
Ja, ik wil veel veranderen, ik moet nog een plan maken
D
Ja, er zijn dingen waar ik aan wil werken

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Wat zijn jouw goede voornemens?

Slide 5 - Question ouverte

Welk doel raad jij mij aan om te steunen?

Slide 6 - Question ouverte

Bruggetje
1. Goede doelen > PIF 
Deze week inleveren.
2. Waarom is deze brug/ het land dat erbij hoort nu actueel?
3. Wat heeft dit met maatschappijleer te maken?

Slide 7 - Diapositive

Politiek houdt voor mij in...

Slide 8 - Question ouverte

Vertel op welke manier jij te maken hebt met politiek. Noem er minimaal 2.

Slide 9 - Question ouverte

Begrippen
Politiek: het maken van keuzes en het nemen van besluiten voor een;
- land
- provincie
- gemeente

Politici/ bestuurders: mensen die van politiek hun werk hebben gemaakt.
Ambtenaren: mensen die werken voor de overheid.
Overheid: Alle politici en ambtenaren samen

Slide 10 - Diapositive

Wie is geen ambtenaar?
A
Burgemeester
B
Medewerker gemeentehuis
C
Politieagent
D
Docent

Slide 11 - Quiz

Geef nog eens een voorbeeld van een ambtenaar

Slide 12 - Question ouverte

Wie is geen politicus?
A
Mark Rutte, onze minister-president
B
Geert Wilders- de partijleider van de PVV
C
Burgemeester
D
Koning

Slide 13 - Quiz

Begrippen
Algemeen belang: zaken die voor veel mensen belangrijk zijn (bijv. goede gezondheidszorg, goed onderwijs, goede wegen, veiligheid en vrede)

Slide 14 - Diapositive

Hoe komt de politiek aan geld voor deze zaken?

Slide 15 - Question ouverte

Democratie

Slide 16 - Diapositive

Directe democratie

Burgers  > stemmen op > een wet(svoorstel)


Dus: Elke burger kan op elk voorstel stemmen.
+ : veel invloed/ keuze
- : veel stemmen, niet alles is alleen maar ja/nee
Indirecte democratie

Burgers > stemmen op > een volksvertegenwoordiger > die stemt op een wet(svoorstel)

Dus: wij kiezen mensen die voor ons kiezen
+: volksvertegenwoordiger verdiept zich in de onderwerpen
-: minder inspraak, niet altijd eens met volksvertegenwoordiger

Slide 17 - Diapositive

Is Nederland een directe of een indirecte democratie? Leg je antwoord uit.

Slide 18 - Question ouverte

Een referendum is een volksstemming over een belangrijk onderwerp.
Waarbij past dit begrip?
A
Directe democratie
B
Indirecte democratie

Slide 19 - Quiz

Vragen/ onduidelijkheden?

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Wat zou jij doen met E30 miljoen?

Slide 22 - Diapositive