12e les - el colegio y el horario

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

VWO 2 - español

El colegio y el horario

¿Qué día de la semana es hoy?

En la clase de hoy

La clase anterior

Hablar sobre el horario escolar

Audición

La evaluación

Los deberes para la próxima clase

Tu horario: beschrijf jouw día favorito (net als de huiswerk opdracht voor vandaag)
Los .........tengo.......a la(s).......

Los deberes

Herhalen: WERKWOORDEN SER EN TENER. De woordenlijsten: cosas de la clase/el colegio

Aantekeningen uit je schrift: dagen van de week/ de schoolvakken/ de bezittelijke voornaamwoorden/ het werkwoord HAY/ rijtjes AR/ER/IR
/ aantekeningen 'la hora' en de woordenlijst 'la hora' uit jouw reader, woordenlijst werkwoorden blz 56

¿Qué asignaturas tienes hoy? (benoem minimaal 5 in het Spaans)

las Matemáticas

la Educación Física

El dibujo

el Español

la Geografía

la Química

Hoe zeg je "de middelbare school" in het Spaans?

1. el colegio / el instituto
2. la lengua / el idioma
3. la escuela / la tarea
4. la colegia

Tengo .... de 12:35 a 13 horas. (wat moet er bij de puntjes staan?)

1. una silla
2. un idioma
3. un recreo
4. un horario

Escribe en español 3 preguntas para hacer sobre tu horario escolar

Responde a las preguntas:

In het Spaans, in hele zinnen:

¿A qué hora y qué día tienes inglés?

¿Qué asignatura tiene los. martes a las ocho y media?

¿Cuál es tu asignatura favorita?

¿Qué días tienes matemáticas

¿Qué profesor/a tienes para biología?

¿En qué aula tienes francés?

¿Cuántas asignaturas tienes los lunes?

Y ahora....

 weet je hoe je in het Spaans kunt opschrijven welke vakken je hebt op welke dag en tijd.

Wat heb je vandaag in deze les geleerd? Wat vond je moeilijk?

Los deberes

Herhalen: woordenlijsten: cosas de la clase/el colegio

Aantekeningen uit je schrift: dagen van de week/ de schoolvakken/ de bezittelijke voornaamwoorden/ het werkwoord HAY/ rijtjes AR/ER/IR
/ aantekeningen 'la hora' en de woordenlijst 'la hora' uit jouw reader, woordenlijst werkwoorden blz 56

Inleveren via TEAMS - jouw lievelingsdag

00:26

Elisa es profesora de .... (wat voor vak geeft Elisa)?

1. M&N
2. M&M
3. Engels
4. Spaans

01:14

¿Qué significa "el patio"? De jongen zegt "el patio", maar wat betekent dat?

1. de laboratorium
2. het gebouw
3. de schoolplein
4. de klaslokaal

01:44

Elisa zegt: el gimnasio es ...

1. bonito
2. pequeño
3. un poco desordenado
4. grande

02:04

¿Cuál es el lugar favorito de Elisa? Wat is de favoriete plek (in de school) van Elisa?

1. el baño
2. el comedor
3. la biblioteca
4. su propia aula

Elisa es profesora de .... (wat voor vak geeft Elisa)?

1. M&N
2. M&M
3. Engels
4. Spaans

¿Qué significa "el patio"? De jongen zegt "el patio", maar wat betekent dat?

1. de laboratorium
2. het gebouw
3. de schoolplein
4. de klaslokaal

Elisa zegt: el gimnasio es ...

1. bonito
2. pequeño
3. un poco desordenado
4. grande

¿Cuál es el lugar favorito de Elisa? Wat is de favoriete plek (in de school) van Elisa?

1. el baño
2. el comedor
3. la biblioteca
4. su propia aula