Katrollen Werktuigen en Constructies

Katrollen Werktuigen en Constructies

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Katrollen Werktuigen en Constructies

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Vaste katrol
  • Losse katrol
  • Takel
  • Tandwielen
  • Zelf aan de slag

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

De vaste katrol


Een vaste katrol draait de kracht om. Je herkent een vaste katrol aan het feit dat hij VAST zit.


Slide 4 - Diapositive

De losse katrol
  • Een losse katrol maakt ons sterker.
  • De last wordt verdeeld over het aantal touwen waaraan de katrol hangt.

Slide 5 - Diapositive

Samenvatting
Een takel is een combinatie van minstens 1 vaste en 1 losse katrol.  

  • Een vaste katrol is zo vastgemaakt dat hij niet meer op en neer kan bewegen. 
  • Een losse katrol beweegt op en neer, samen met het voorwerp dat wordt opgehesen. 

Slide 6 - Diapositive

Takel
Vaste katrol met losse katrol: verdeelt het gewicht over hoeveel katrollen je toevoegd. 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Tandwielen
Als het rechter tandwiel 2x zo klein is 
als het linker tandwiel dan is de kracht 
van het linker tandwiel 2x zo groot.
Je moet het rechter tandwiel wel 2x 
ronddraaien.

Slide 9 - Diapositive

1.3 Overbrengingen
De (span)kracht van de ketting op het voorste tandwiel is net zo groot als op het achterste tandwiel.
  

  

Slide 10 - Diapositive

Test

Zit klaar voor de vragen.

20 seconde per vraag

succes

Slide 11 - Diapositive

Wat is de werking van een vast katrol
A
het omdraaien van de kracht
B
het halveren van de kracht
C
het verdubbelen van de kracht
D
er gebeurt niets

Slide 12 - Quiz

Een verhuizer gebruikt een vaste katrol om een last van 800 N omhoog te hijsen over een afstand
van 6 m.
Wat is het voordeel van zo'n vast katrol?
A
Dan hoeft hij maar met 400 N aan het touw te trekken.
B
Dan hoeft hij minder arbeid te verrichten
C
Het is gemakkelijker om het touw naar beneden te trekken dan de kist omhoog.
D
Hij hoeft dan maar 3m touw in te halen.

Slide 13 - Quiz

Bereken de trekkracht in D
A
24 N
B
12 N
C
8 N
D
6 N

Slide 14 - Quiz

Bereken hoeveel touw je moet inhalen als het gewicht 5 meter omhoog moet
A
5 m
B
10 m
C
15 m
D
20 m

Slide 15 - Quiz

Boek
Maak opgave 25 t/m 30 uit je boek

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Vidéo

Slide 21 - Vidéo